Een leuk en betaalbaar huis vinden is lastig, zeker als je alleen bent. Dan is het fijn als langer bij je ouders wonen een optie is. Of als je weer terug kunt komen. Hoe zit dat eigenlijk financieel?
Sinds een paar jaar woon ik weer bij mijn ouders. Toen kon het even niet anders. Inmiddels wil ik graag een eigen plekje, maar ik heb nog niks gevonden. En ik ben zeker niet de enige. Door de woningnood blijven jongvolwassenen steeds langer thuis wonen. Of ze komen terug. Na een scheiding, bijvoorbeeld. Dan is een ander huis niet zo één-twee-drie gevonden.
Weer terug naar het thuishonk is misschien niet wat je wilt. Toch heeft het zo z’n (financiële) voordelen. Maar er zijn wel een paar praktische dingen waar je aan moet denken, als je weer bij je ouders intrekt. Of er nog woont.
Welke praktische zaken moet je regelen?
Ga je weer bij je ouders wonen? Dan moet je je inschrijven bij de gemeente op hun adres. Die inschrijving heeft gevolgen voor toeslagen, uitkeringen en belastingen. Voor jou én je ouders.
Extra gemeentelijke belastingen betalen
Ieder huishouden betaalt (gemeentelijke) belastingen. Dit zijn bijvoorbeeld de rioolheffing, waterschapsbelasting en afvalstoffenheffing. Hoeveel dat is, hangt af van de grootte van het huishouden. Komt er een gezinslid bij? Dan gaan die kosten omhoog.
Ben je toeslagpartner of medebewoner?
Als jij en/of je ouders toeslagen krijgen, is het extra opletten geblazen. Voor de huurtoeslag worden bijvoorbeeld alle inkomens in één huishouden bij elkaar opgeteld. Ga jij weer thuis wonen? Dan telt jouw inkomen mee voor die berekening. Zo valt de huurtoeslag voor je ouders misschien lager uit. Of komt-ie zelfs helemaal te vervallen. Het kan zelfs zijn dat je ouders hun huurtoeslag (deels) moeten terugbetalen voor het betreffende jaar waarin je je bij hen inschrijft, als ze er eerder recht op hadden natuurlijk. Voor de zorgtoeslag telt jouw inkomen niet mee, tenzij je een toeslagpartner bent.
Op de website van de Belastingdienst kun je checken of je wel of geen toeslagpartner bent.
Tip: maak twee proefberekeningen van jouw toeslagen en die van je ouders. Een vóór- en een na-berekening. Zo zie je of jullie toeslag(en) hoger of lager worden als jij weer thuis komt wonen.
Hoe zit het met de AOW van je ouders?
De hoogte van de AOW hangt af van de woonsituatie. Iemand die alleen woont en de AOW-leeftijd heeft bereikt, krijgt een hoger bedrag dan iemand die samenwoont. Trek je als volwassen kind bij je (getrouwde) ouder(s) in en hebben ze de AOW-leeftijd bereikt? Dan heeft dat geen invloed op hun AOW.
Maar let op: er zijn een paar uitzonderingen. Bijvoorbeeld als jij een kind hebt. Of als je met je partner bij een ouder gaat wonen. De SVB (= de instantie die de AOW uitkeert) kijkt wie met wie een gezamenlijke huishouding heeft. En welk AOW-bedrag je ouder krijgt. Hier lees je daar meer over.
Krijgt iemand een (bijstands)uitkering?
Ook als jij of je ouders een (bijstands)uitkering krijgen, kun jij als extra gezinslid een invloed daarop hebben. Zeker als je een inkomen hebt. Lees daarom vooraf goed de regels door. En kijk wat het doet met de hoogte van de uitkering. Op de website van de Belastingdienst vind je meer informatie.
Wat zijn de voordelen van bij je ouders wonen?
Samenwonen is goedkoper dan in je eentje wonen. Misschien willen je ouders graag een bijdrage in het huishoudbudget van je ontvangen. Toch houd je waarschijnlijk een groot deel van je salaris over. Woon je weer thuis? Dit is hét moment om je financiën op de rit te krijgen. En extra gas te geven richting je (spaar)doel.
Extra aflossen op je studieschuld
Toen ik weer thuis ging wonen, maakte ik gelijk een aflosplan voor mijn studieschuld. Ik dacht: nú moet ik mijn studieschuld aanpakken. Want als ik weer op mezelf woon, heb ik veel meer kosten. En dan lukt het waarschijnlijk niet meer om veel af te lossen. Wil jij van je studieschuld af? Los, nu het kan, wat grotere bedragen af. Dan schiet je schuld omlaag en dat motiveert enorm.
Grote stappen richting je spaardoel
Dat geldt ook voor je spaardoel. Als je thuis woont, zijn je vaste lasten lager. En kun je meer sparen. Bijvoorbeeld als je ooit een huis wilt kopen en je hebt daarvoor een flink bedrag aan eigen geld nodig. Of je wilt graag een buffer voor als je straks weer op jezelf woont. Nu kun je je spaarpot extra spekken, dus grijp die kans.
Een goed gesprek over geld
Zo’n 10% van de dertigers en late twintigers woont nog of weer thuis. Omdat ze geen eigen huis kunnen vinden. Of omdat dat onbetaalbaar is geworden. Dat worden er waarschijnlijk steeds meer. Want de woningnood is voorlopig nog niet opgelost.
Ga je bij je ouders wonen? Maak dan vooral goede afspraken. Dat voorkomt een hoop irritaties over geld. Ga een keer samen om de tafel zitten en vraag je ouders wat zij graag willen. Bijvoorbeeld dat je een deel van het boodschappenbudget betaalt. Een bijdrage in de energiekosten. Of een vast bedrag per maand aan huur/kostgeld. Het Nibud heeft een handig invulschema dat je kunt gebruiken als richtlijn.
Tip: check ook even hoe het zit met de verzekeringen. Ben je goed verzekerd bij je ouders thuis? Of misschien zelfs dubbel verzekerd? Leg jullie polissen naast elkaar en kijk welke verzekeringen wel of niet nodig zijn.
Dus: woon je nog bij je ouders of ga je weer bij hen wonen? Check dit dan zeker even goed, zo voorkom je gedoe achteraf.
En als je toch (weer) een poging wilt wagen om een huis te kopen, kijk dan zeker de video hieronder. Renée deelt een heel handige truc die je écht moet kennen als je een huis wilt kopen.
Meer van deze handige geldtips? Kom ons dan volgen op Instagram. Zien je we daar?