Vroeger leefde Paige (42) in het moment. Ze gaf zoveel geld uit dat ze elke maand rood stond. Na haar scheiding belandde ze ook nog in de bijstand. Totdat ze dacht: dit kan zo niet meer, het móet echt anders!
Hoe kwam je zo diep in het rood terecht?
“Ik gaf gewoon alles uit wat er binnenkwam. Mijn pinpas zei geen ‘stop’ en ik had van huis uit ook niet geleerd hoe je met geld omgaat. Ik leefde van dag tot dag. Aan het eind van de maand stond ik standaard rond de € 400 in de min. Zodra mijn loon werd gestort, loste ik het wel af. Maar dat patroon herhaalde zich eindeloos.”
Lijkt me lastig om uit zo’n situatie te komen. Hoe is dat toch gelukt?
“Dat ging niet ineens. Maar toen ik in de bijstand belandde, moest ik wel anders gaan denken. Ik had mijn werk als zzp’er in de schoonmaak opgezegd, omdat ik voelde: dit wil ik niet meer. Op dat moment had ik nog een relatie en dus een beetje financiële ademruimte. Maar die relatie liep stuk. Toen mijn zoon achttien werd, stopten ook ineens allerlei toeslagen. Alles viel tegelijkertijd weg.”
Oef. En toen?
“Ik bleef gewoon mijn geld uitgeven zoals ik gewend was. Sparen deed ik niet. Ik had nog maar € 900 per maand te besteden, dus ik merkte al snel: ik kom tekort. Ik heb nergens meer ruimte voor. Dat was het moment waarop ik dacht: dit kan zo niet langer. Toen ben ik het stap voor stap anders gaan doen.”
Wat veranderde je concreet?
“Veel bewuster gaan leven. Ik koop geen nieuwe kleding meer, zeg vaker ‘nee’ tegen uitjes en haal zelden nog lunch of koffie buiten de deur. Dat deed ik voorheen regelmatig. Ook met boodschappen let ik beter op. Ik woon tegenwoordig in een sociale huurwoning, dat scheelt ook in de vaste lasten.”
Betaalt je zoon eigenlijk mee aan de vaste lasten?
“Ja. Het gesprek over kostgeld had ik met hem toen hij achttien werd. Dat vond ik heel lastig, maar ik had het geld echt nodig. Hij vond het niet leuk, en dat snap ik helemaal. Ik spaar het geld trouwens meestal. Als hij straks uit huis gaat, geef ik hem daar denk ik een deel van mee. Voor mij is het nu gewoon fijn om net wat meer ademruimte te hebben.”
En ben je inmiddels uit de bijstand?
“Ja! Ik heb een fijne baan gevonden in de jeugdzorg. En ik volg één dag per week een opleiding in de zorg. Mijn werkgever betaalt bijna alles. Ik hoef zelf maar € 50 per jaar bij te leggen. Dat is goed te doen.”
Lukt sparen inmiddels ook?
“Zeker. Ik houd nu gemiddeld € 250 per maand over en dat zet ik apart op een spaarrekening. Bij een andere bank, dan kan ik er niet makkelijk bij. Ik vind het zó motiverend om dat bedrag te zien groeien. Het geeft rust, iets wat ik lang niet had.”
Blijft er geld over voor leuke dingen?
“Gelukkig wel. Meestal rond de € 200. Ik gebruik dat voor cadeautjes, festivals of een etentje. Niet meer zoals vroeger, toen zei ik op alles ‘ja’. Nu maak ik keuzes. Leuke dingen blijven belangrijk, maar binnen de perken.”
Wat heb je vooral geleerd van de afgelopen jaren?
“Dat ik op eigen benen kan staan. Ik heb niemand meer om op terug te vallen, dus ik moest wel. Ik weet nu precies wat er binnenkomt en uitgaat. Ik leef bewuster en bouw aan een buffer. Daardoor voel ik me veel sterker.”
Van rood staan naar een buffer: 5 tips die écht werken
1. Behandel sparen als een vaste last. Zie sparen niet als iets voor ‘als er geld over is’, maar als een vaste uitgave. Stel een automatische overboeking in, direct nadat je je salaris ontvangt.
2. Zet je spaargeld buiten handbereik. Open een spaarrekening bij een andere bank zonder betaalpas. Zo kom je minder snel in de verleiding om geld terug te boeken.
3. Zeg vaker ‘nee’ tegen uitjes. Niet elke uitnodiging of aanbieding hoeft een ‘ja’ te zijn. Door bewust keuzes te maken, houd je meer geld over.
4. Maak gebruik van extra inkomsten. Bijvoorbeeld door het verkopen van spullen die je niet meer gebruikt of klus wat bij in je vrije tijd.
5. Visualiseer je financiële doel(en) en maak het concreet en zichtbaar. Als je weet waar je bijvoorbeeld voor spaart, kom je minder in de verleiding om dat ene paar schoenen te kopen.