Ook in 2023 hebben we te maken met inflatie. Prijzen gaan nog verder omhoog. Zo daalt indirect ook de waarde van jouw spaargeld. We leggen uit hoe dat werkt.
Inflatie is de stijging van het algemeen prijspeil: alles om je heen wordt duurder. Dat houdt in dat je met je geld minder kunt kopen dan eerst. Nu koop je bijvoorbeeld 3 appels voor € 5. Terwijl dat vorig jaar nog 4 appels was. Voor hetzelfde bedrag krijg je dus 1 appel minder. Dat geldt niet alleen voor appels, maar voor allerlei producten en diensten. Zo is € 1 minder waard dan eerder.
Inflatie in 2023
In 2022 was de inflatie extreem hoog. Dat kwam vooral door de energieprijzen. Die vlogen omhoog. En werkten door in allerlei producten, zoals alles gemaakt van plastic en benzine bij de pomp. Ook de boodschappen werden flink duurder. Hoe hoog de inflatie voor 2023 precies wordt, is nog niet te zeggen. Dat weten we pas achteraf.
Wel zijn er allerlei verwachtingen. Het Centraal Planbureau (CPB) denkt aan 3,5%. Dat is een schatting. Het kan dus hoger, of lager uitpakken.
Waarom je spaargeld minder waard wordt
Stel, de inflatie voor 2023 is 3,5%. Dan ben je over het algemeen dus 3,5% duurder uit. Kocht je eerst voor € 100 boodschappen, dan betaal je nu voor dezelfde boodschappenkar € 103,50. Of je krijgt voor die € 100 minder producten. Zo koop je minder met hetzelfde budget.
Krijg je rente over je spaargeld? Dan gaat dat minder hard. Rente laat je spaargeld groeien. Zo zou de spaarrente de inflatie moeten compenseren.
Stel, de spaarrente is ook 3,5%. Die € 100 groeit dan met 3,5% naar € 103,50. En dat is precies het bedrag van de boodschappenkar hierboven.
Maar de spaarrente is nog steeds erg laag. Ik krijg bijvoorbeeld 0,25%. Dat is 3,25% minder dan de inflatie. Ik lever dus 3,25% van mijn geld in, zonder er iets voor te doen. Stijgt de spaarrente niet mee met de inflatie? Dan kan ik met mijn geld steeds minder kopen. En daalt de waarde van mijn spaargeld.
Sparen kost nog steeds geld
Die hoge prijzen in de supermarkt zie je. En voel je. Maar inflatie snoept dus ook van je spaargeld. Zolang de inflatie veel hoger is dat de spaarrente, wordt spaargeld steeds minder waard. Dat laten we zien met een voorbeeld:
Stel, je hebt € 30.000 op je spaarrekening. Daar krijg je 0,25% rente per jaar over. Dat is € 75. Dan heb je na een jaar € 30.075. Is de inflatie 3,5%? Je levert in datzelfde jaar weer € 1.050 in.
Zo is je spaargeld nog € 30.000 + € 75 – € 1.050 = € 29.025 waard. Dat zie en voel je niet direct, want je het bedrag op je bankrekening blijft gelijk. Maar je kunt er wel minder van kopen. De waarde daalt dus.
En andersom: wil je hetzelfde kunnen kopen met die € 30.000? Dan heb je bij een inflatie van 3,5% geen € 30.000, maar € 30.000 + 3,5% = € 31.050 nodig. Bij een hoge inflatie zul je dus méér moeten sparen. Of je geld op de een of andere manier laten groeien.
Is beleggen iets voor jou?
De combi hoge inflatie en lage spaarrente zorgt ervoor dat elke euro minder waard wordt. Hoe hoger de inflatie, hoe sneller dat gaat. Daarnaast betaal je vanaf een bepaald bedrag belasting over je spaargeld. Geen immense bedragen, maar toch. Het doet je spaarpot nog verder krimpen.
Zeker iets om over na te denken. Dan maar niet meer sparen, vinden we niet slim. Want met een spaarpot achter de hand voorkom je problemen. Bijvoorbeeld als je auto of wasmachine ineens kapot gaat.
Wel zou je – als je je buffer op orde hebt en je kunt een deel van je geld een langere tijd missen – kunnen nadenken over beleggen. Wij stoppen bijvoorbeeld elke maand wat geld in een indexfonds. Hoe dat werkt, lees je hier. Blijf wel opletten, want beleggen is niet zonder risico’s! Je kunt een deel van je inleg verliezen, maar dat kans dat je geld (over de lange termijn) groeit is groot.