Je kunt je huis van binnen en buiten verduurzamen. Maar denk je ook wel eens na over hoe duurzaam je interieur is? Duurzaam inrichten is dikke winst voor het milieu én je portemonnee. Ik vertel hoe wij dat doen.
Vroeger volgde ik iedere trend. Ik geef het eerlijk toe. Toen barok de trend was, had ik er behang en een dekbed van. Toen zwart en wit hip was, verruilde ik de hele boel weer om in die trend mee te kunnen gaan. In mijn werkkamer was alles zwart-wit, tot een fotobehang van de skyline van New York aan toe. Ik was een soort beïnvloedbare tiener, wanneer het op interieur aankwam. Ik heb nu pas, nu ik 35 jaar oud ben, het gevoel dat ik mijn eigen stijl heb gevonden. In alles. Kleding, haar, make-up, maar ook het interieur van mijn huis.
Na onze verbouwing dit jaar moesten we eigenlijk helemaal opnieuw beginnen met het inrichten van ons huis. Of moet ik zeggen ‘mochten’ we helemaal opnieuw beginnen. Want ik hou er wel van. Overal leuke spulletjes vandaan halen en er een fijne plek van maken thuis. Ik bladerde in de voorbereiding flink wat woonbladen door en zat urenlang interieurs te kijken op Pinterest. Tot ik opeens bedacht: dit slaat nergens op. Ik weet allang wat ik mooi vind. Dat hoef ik toch niet van iemand anders te horen? Dus schoof ik het allemaal aan de kant en begon opnieuw.
Ik wilde niet langer een interieur dat binnen no time gedateerd zou zijn, ik wilde ook af van overal prullaria vandaan halen. Ik had een schuur vol dat soort spulletjes voor in huis van de Action. Dingen die ik al heel snel niet mooi meer vond en die altijd veel te snel stuk gaan of lelijk worden. Het waren bovendien dingen waar ik niet écht gek op was. Waar ik niet perse een gevoel bij had. Daarom was ik er ook zo snel op uitgekeken. Ik wilde ons huis dit keer niet alleen inrichten voor de komende twee jaar, maar voor veel langer. Dus besloot ik het anders te gaan doen. Deze keer ging ik mijn huis duurzaam inrichten. En dat is gelukt. Het is zó mooi geworden, al is het nog niet helemaal af. Ik geef je 5 tips die mij hielpen komen tot een duurzame inrichting.
1. Kies een neutrale basis
Dit was voor mij het begin van een tijdloos interieur. Ik koos voor een vloer waarvan ik zeker weet dat ik deze over 5 of 10 jaar ook nog mooi vind. En ik koos voor kleuren op de wand die niet te uitgesproken zijn. Die groene muren ben je straks zat als je besluit een nieuwe bank te kopen en het niet meer met elkaar matcht. Dus belandde er een prachtige zand-achtige kleur op onze wanden, op waterbasis natuurlijk. Als we ooit nog iets veranderen in huis, kan die kleur op de muur gewoon blijven.
2. Ga voor tweedehandse pareltjes
Ja, jullie weten dat ik tweedehands-fan ben. Ik heb (weer) veel spullen op Marktplaats gekocht maar ook bij kringloopwinkels. Zo hebben we naast de bank een tijdschriftenbak staan van donker rotan. Zo’n ouderwetse. Die hadden wij vroeger ook en dat vind ik een leuke herinnering. Onze eettafel is tweedehands, de houten bank aan die tafel ook, net als de stoelen van de kinderen en twee gewone stoelen. Ook de potten van de planten zijn al eerder gebruikt en de deuren op onze eerste verdieping zijn helemaal oud. Die stammen uit de jaren ‘30 en waren ooit kastdeuren, die nu een nieuw leven hebben gekregen. Kosten: 50 euro per stuk. Een stuk goedkoper dan nieuwe deuren en veel unieker ook. Ik kies voor tweedehands om meerdere redenen:
- Het scheelt een hoop geld.
- Ik vind het tof om iets ouds een nieuw leven te geven.
- Oud heeft voor mij (vaak) meer sfeer dan nieuw.
- De kwaliteit van oudere spullen is vaak beter dan van goedkope nieuwe spullen.
Tweedehands kopen betekent ook dat er niets nieuws gemaakt hoeft te worden. Dat bespaart de wereld een hoop uitstoot en narigheid. Dat vind ik een fijn idee.
3. Vind een paar tijdloze signature pieces
Ik heb een paar dingen gekocht die er echt uitknallen. Zoals de enorme spiegel van 1,5 meter doorsnede waar ik helemaal verliefd op werd toen ik ‘m zag. Ik vond deze eigenlijk te duur. Tot hij opeens in mijn woonkamer hing. Ik had mijn man enthousiast over de spiegel verteld. Hij zag dat er sale was bij de winkel waar ‘ie hing en dus heeft hij de spiegel voor me op de kop getikt. Zo lief! En elke keer denk ik: wat een gaaf ding. Ik ben niet zo van kleine prullendingetjes. Daar bespaar ik liever op, zodat ik van dat geld toffe, grotere dingen kan kopen.
4. Goedkoop is geen reden
Vroeger dacht ik over grote aankopen lang na, maar over kleine niet. Dus al die kleine rotzooitjes voor in huis, gingen zonder twijfel mee naar huis. Bij elkaar opgeteld kostte al die kleine dingen best een hoop geld. Daar ben ik inmiddels mee gestopt. Ik koop nooit meer iets omdat het goedkoop is. Dat is voor mij geen argument meer. Weet je hoeveel narigheid we het milieu aandoen met dat eeuwige consumeren? Dat wisten we natuurlijk al van kleding, maar bij interieurspulletjes geldt hetzelfde. Nee, die kleine, goedkope dingen, die vaak eventjes hip zijn en daarna alweer kapot of uit de mode, komen er bij mij niet meer in.
5. Koop pas als je echt verliefd bent
Dit keer heb ik echt lang over aankopen nagedacht. Daarom is de zithoek bijvoorbeeld nog helemaal niet af. Er staat een bank, er ligt een kleed en verder is het nog een kale bedoeling. Ik heb nog niets gevonden waar ik helemaal gek van ben. Iets waar ik echt van begon te glimmen zo mooi. Zolang dat niet zo is, blijft het even zo. Inrichten heeft geen haast. Ik vind het juist superleuk om steeds iets toe te voegen. Het wordt bij ons aldoor een beetje mooier. Door je tijd te nemen, weet je zeker dat je spullen koopt die blijvertjes zijn.
Ik ben zo gelukkig met mijn huisje. Oud van buiten, nieuw van binnen, maar met veel oude spulletjes erin. Dat past bij ons en bij ons huis. Ik durf nu, meer dan ooit, te zeggen dat ik dit interieur over tig jaar nog mooi vind. Ik ben geen tiener meer, maar een volwassen vrouw. Die weet wat ze mooi vindt en ervoor kiest om mijn milieu en eigen portemonnee niet onnodig te belasten.
