Je weet precies hoeveel je aan je vaste lasten kwijt bent, zoals je huur of hypotheek, verzekeringen, abonnementen. Maar iets waar we vaak niet bij stilstaan zijn afschrijfkosten. Tijd om daar eens in te duiken.
Afschrijving klinkt misschien als iets voor saaie boekhouders of grote bedrijven. Maar het speelt óók een grote rol in jouw portemonnee. Het is eigenlijk gewoon een chic woord voor waardeverlies: spullen die je nu koopt – zoals je auto, laptop, dure wasmachine, televisie of koelkast – zijn over een paar jaar een stuk minder waard. En dat kost je geld, ook al zie je dat niet direct op je bankrekening.
Wat is afschrijven ook alweer?
Stel, je koopt een nieuwe auto, zet hem trots op je oprit en voelt je de koning(in) te rijk. Maar vanaf het moment dat je de motor start, begint-ie geld te kosten. Niet alleen door benzine of reparaties, maar ook omdat je auto elk jaar een stukje minder waard wordt. Dat noem je afschrijving: het stille verdwijnen van waarde zonder dat je er een bonnetje van krijgt. Al je spullen slijten, verouderen of raken uit de mode: hoe langer je ze gebruikt, hoe minder ze waard zijn.
Waarom zijn afschrijfkosten belangrijk?
Afschrijfkosten, of afschrijvingskosten, zie je niet: er valt geen rekening op de deurmat. Je geeft het geld dus niet écht uit. Eigenlijk zijn het onzichtbare kosten, waar je waarschijnlijk helemaal niet mee bezig bent. Je denkt: ach, die laptop gaat nog wel even mee. Of: mijn auto rijdt toch nog prima?
Toch is het slim om rekening te houden met afschrijvingskosten. Waarom? Omdat spullen nu eenmaal af en toe aan vervanging toe zijn. En als je dan ineens een nieuwe wasmachine nodig hebt of je telefoon het begeeft, komt dat vaak op een rotmoment.
Reken je afschrijfkosten mee in je budget? Dan voorkom je dat je straks met samengeknepen billen naar je spaarrekening kijkt als er iets stukgaat. Zo bouw je een spaarpotje (of meerdere spaarpotjes) daarvoor op, zodat je zonder stress en gedoe die onverwachte kosten kunt opvangen.
Hoe neem je afschrijving mee in je budget?
Je neemt afschrijfkosten mee in je budget door de aankoopprijs te verdelen over de verwachte gebruiksduur. Dus: wat kost het? En hoelang doe je ermee?
Koop je bijvoorbeeld een laptop van € 900? En gebruik je die vijf jaar, denk je? Dan reserveer je elke maand € 15 (= € 900 : 60 maanden). Zo heb je straks een spaarpotje voor een nieuwe laptop.
Maar er is ook nog zoiets als restwaarde. Dat is het bedrag dat je aan het einde van die gebruiksperiode nog terugkrijgt als je het apparaat verkoopt of inruilt.
Een voorbeeldje:
Die laptop van € 900 gaat hopelijk zo’n 5 jaar mee. Na een rondje Marktplaats denk je dat je oude laptop straks nog zo’n € 100 waard is.
De totale afschrijving is € 800 (= € 900 – € 100). Die € 800 verdeel je over 5 jaar. Dat is € 160 per jaar, of € 13,33 per maand. Dus zet je vanaf nu elke maand € 13,33 opzij? Dan kun je over 5 jaar een nieuwe laptop kopen van € 900.
Nog een voorbeeldje:
Een auto zakt snel in waarde. Zeker de eerste jaren. Gemiddeld zo’n 10 tot 20% per jaar. Best pittig, hè?
Stel, je koopt een auto van € 20.000. Na 5 jaar wil je hem inruilen en je verwacht er dan nog zo’n € 5.000 voor te krijgen.
Dan zijn de afschrijfkosten jaarlijks € 3.000 (= € 20.000 – € 5.000 : 5 jaar). Dat is € 250 per maand. Dus: neem je nu elke maand € 250 mee in je budget? Dan kun je daar over 5 jaar een soortgelijke auto van kopen (als de prijzen niet ineens mega zijn gestegen, natuurlijk!).
Afschrijving: vaste last of niet?
Bereken je de afschrijvingskosten van je (dure) spullen? Dan krijg je een beter beeld van wat alles nu écht kost. En hoeveel geld je eigenlijk nodig hebt om ze te vervangen, als dat nodig is.
Die afschrijfkosten kun je bij je vaste lasten rekenen. Zo bouw je een buffer op voor die momenten dat iets ineens stukgaat of aan vervanging toe is.
Maar tel je de afschrijving van je auto, wasmachine, telefoon, laptop, koelkast enzovoorts bij elkaar op? Dan tikt dat flink aan! Voor de meeste mensen is dat niet realistisch.
Wat dan? In plaats voor elke bezitting apart te sparen, maak je één handig ‘spullenpotje’. Elke maand stop je daar een bedrag in, dat voor jou haalbaar is. Want laten we eerlijk zijn: je spullen gaan echt niet allemaal tegelijk kapot. Maar áls je dan iets nieuws moet kopen, heb je wel wat achter de hand. Want of je het nu merkt of niet: je spullen verliezen met de tijd hun waarde.
We hebben het nu over spullen, maar eigenlijk draait het daar natuurlijk niet om in het leven. In de video hieronder vertelt Renée wat echte rijkdom voor haar betekent.
