Renée neemt je elke week mee op haar weg naar een rijk(er) leven. Deze week vertelt ze over een financiële les die haar vader haar leerde.
We zaten afgelopen week met mijn vader in een pannenkoekenrestaurant. Alle drie zijn kinderen en alle aanhang en kleinkinderen waren erbij. Zeventig word je tenslotte maar één keer in je leven. Dus kreeg hij mooie cadeau’s en natuurlijk dikke kussen en knuffels. Toen de kinderen naar de speelhoek vertrokken, belandden wij in een volwassen-conversatie.
Mijn vader vertelde over de tijd dat hij zijn eerste brommer kocht.
Hoe groot die vooruitgang voor hem was. Van urenlang door de regen fietsen van hot naar her, naar die afstand binnen een half uurtje afleggen met zijn brommer. Net zo groot was de stap van die brommer naar een auto. Waardoor hij thuiskomst niet nog een half uur hoefde te ontdooien bij de kachel. Nogal een vooruitgang!
Volgens mij heeft mijn vader nooit een brommer gehad. Het was meer een beeldspraak. Over hoe de eerste stappen richting meer comfort in je leven de grootste zijn. Van fietsen naar brommer, van brommer naar auto. Dat maakt echt een verschil. Hij zei daarover:
"Je kunt daarna nog wel een mooiere en fijnere auto kopen, maar het verschil is nooit meer zo groot als toen je je eerste auto kocht."
Het was zijn manier om te zeggen dat mooier, beter en luxer na die eerste stap eigenlijk niet zoveel verschil meer maakt. Dat de stap naar een dikke BMW je niet zoveel meer comfort én geluk oplevert, als toen je dat autootje van een paar honderd euro kocht. Snappen jullie het nog?
De jaren van mooier, beter, meer lijken een beetje voorbij. Dag jaren ’90 en zero’s. Materialisme en consumeren zijn niet meer het hoogst haalbare. En toch lijkt vooruitgang nog altijd de norm.
Als je iemand na 10 jaar terug ziet en hij rijdt niet in een mooiere auto of bewoont niet een knapper huis dan destijds, concludeer je waarschijnlijk dat het hem/haar niet voor de wind is gegaan de afgelopen tijd.
Het is niet gek of raar dat je dat doet. Zo zit onze maatschappij nu eenmaal in elkaar. Terwijl het natuurlijk onzin is. Iemand kan kiezen om zijn of haar geld aan andere dingen uit te geven. Misschien wordt er wel aan een financieel potje op de beurs gewerkt. Dat zie je aan de buitenkant niet. En zelfs als er geen financiële vooruitgang is geweest en iemand is daar tevreden mee, dan is dat natuurlijk ook prima.
Wij staan er zelf financieel veel beter voor dan 10 jaar geleden. Het is dat ik daarover schrijf voor de website, anders zag je dat waarschijnlijk niet aan ons af. We rijden nog altijd dezelfde auto. We wonen ergens anders maar niet perse luxer of groter. Onze kleding is niet duurder (lang leve tweedehands) en ook in huis zul je ons niet perse betrappen op overdaad.
We hebben alles wat ons hartje begeert, dat wel.
Maar ons hartje begeert inmiddels gewoon niet zoveel materieels meer. We zijn dankbaar voor wat we hebben.
Voor ons betekent dat, dat we achter de schermen hard kunnen bouwen aan vermogen. Ons inkomen is wat gestegen de laatste jaren, onze wensen groeiden niet mee en zo loopt een spaarpotje redelijk makkelijk vol. Zeker als je je uitgaven goed onder controle hebt. We hadden het geluk dat we al een koophuis hadden, dat maakte het makkelijker natuurlijk. Verder gaat wat we nu méér verdienen, grotendeels naar aflossingen, beleggingen en de spaarrekening.
Met een leeg wensenlijstje is een spaarpot relatief snel gevuld.
Wat mijn vader zei is helemaal waar. Die eerste stappen naar meer comfort zijn goud waard. Je eerste eigen bed of bank. Je eerste autootje, hoe gaar ook. Je eerste eigen huis. Wat daarna komt is leuk, maar het heeft nooit meer zoveel invloed op je geluksgevoel als toen. Als je dat weet en voelt, helpt dat enorm om de wens naar beter, meer en mooier te relativeren. Ga ik hier nu écht gelukkiger van worden? Waarschijnlijk niet..