Tamar Valkenier (34) had een veelbelovende carrière toen ze zes jaar geleden haar baan opzegde en afstand deed van al haar bezittingen. Sindsdien is ze met pensioen en fulltime avonturier. Ze heeft geen huis en doet amper uitgaven.
“Ik heb geen bezittingen. Geen huis, geen kledingkast, geen auto en geen telefoonabonnement. Ik heb alleen een fiets, tentje, slaapmat en een lange en korte broek. Zes jaar geleden koos ik voor een ander pad. Ik zegde mijn baan op en verkocht al mijn spullen. Al sinds mijn 24e werkte ik als recherchepsycholoog en bewandelde succesvol de maatschappelijke ladder. Ik woonde in een mooi huis en er stond een dikke motor voor de deur. Mijn geld gaf ik vooral uit aan het opdoen van ervaringen. Ik maakte mooie reizen, kocht muziekinstrumenten, leerde ze bespelen en was dol op parachutespringen. Toch heb ik gekozen voor een ander, onconventioneel leven.”
Hoe kwam dat zo?
“In 2015 brak ik bij een parachutesprong mijn voet. Ik zat noodgedwongen op de bank en hoorde de klok tikken. Ik keek uit het raam en zag mensen naar hun werk gaan. En weer thuiskomen. Iedere dag weer opnieuw. Ik vroeg me af of dat het leven was wat ik wilde en kon niet anders dan dat te onderzoeken. Zo besloot ik een jaar op reis te gaan. Ik had al veel van de wereld gezien, maar was nooit langer dan een maand weggeweest. Van mijn werkgever kreeg ik een half jaar verlof, maar dat vond ik tekort. Ik wilde niet met tijd bezig zijn. Toen nam ik een rigoureus besluit. Ik zegde mijn baan op. Op mijn fiets met een tentje achterop trok ik door Europa. Ik fietste onder andere door Nederland, België, Frankrijk, Luxemburg en Zwitserland.”
Had je genoeg geld op je spaarrekening om het een jaar uit te zingen?
“Er stond € 8.000 op mijn rekening toen ik vertrok. Daar heb ik het uiteindelijk drieënhalf jaar mee gedaan. Ik leef officieel onder de armoedegrens, maar ben ontzettend rijk. Ik ben flink gaan consuminderen. Mijn werkwijze om kosten te besparen zijn: eigen vervoer, een eigen slaapplek en in mijn eigen voedsel voorzien. Ik betaal nooit voor een slaapplek. Ik kampeer in het wild of bel aan bij een boer en vraag of ik mijn tentje op zijn erf mag opzetten. Mensen onderweg zijn zo gastvrij. Vaak krijg ik zelfs een bed en maaltijd aangeboden.
Aan eten geef ik weinig uit. Ik leerde uit de natuur te eten. In de Balkan bijvoorbeeld staan ontelbare fruit- en notenbomen. Als ik de lokale bevolking zag plukken vroeg ik wat het was en wat ze ervan maakten. Ik geef nu in een jaar uit wat ik eerder in een maand deed, want ik heb weinig kosten. Ik koop heel af en toe wat eten en verder betaal ik premie voor mijn zorg- en reisverzekering.”
Miste je je baan en huis niet?
“Voordat ik vertrok was ik ervan overtuigd dat ik na een jaar met hangende pootjes zou terugkomen. Ik was er vrij zeker van dat ik mijn carrière zou missen. Maar dat gebeurde niet. Ik genoot van de ultieme vrijheid en wilde niet meer terug. Na mijn fietstocht door Europa pakte ik het vliegtuig naar Australië om daar te overwinteren. Wel miste ik mijn vader. Ik ben een echt papa’s kindje, maar wist ook dat ik niet voor hem kon teruggaan. Gelukkig heeft hij me vaak opgezocht. In Australië zijn we zelfs drie maanden samen geweest. We zien elkaar minder dan vroeger, maar de tijd die we met elkaar doorbrengen, is veel intenser.”

Na Australië ging je naar Nieuw-Zeeland. Wat deed je daar?
“In Nieuw-Zeeland ging ik back to basic. Drie maanden leefde ik in de wildernis. Samen met de Nederlandse Miriam Lancewood, bekend van Mijn leven in de wildernis. We sliepen in een tentje en leerden jagen met geweren en voorzagen in ons eigen voedsel.”
Was dat niet doodeng?
“Vroeger heb ik met verschillende angststoornissen gekampt, maar door deze manier van leven heb ik geleerd op mezelf te vertrouwen. Ik heb sinds ik op reis ben geen last meer gehad van die angsten. Natuurlijk is het eng als er opeens een beer voor je neus staat, maar dat zijn gezonde angsten.”
Hoe rijk voel jij je?
“Officieel leef ik onder de armoedegrens, maar ik voel me enorm rijk. Ik sta iedere ochtend blij op en denk dan: Yes, ik mag weer op avontuur! Ooit heb ik aan een nomadenvolk in Mongolië gevraagd of zij met jaloezie naar het rijke Westen kijken. Ik werd gewoon uitgelachen. Zij worden vaak gezien als arm, maar voelen zich rijker dan wie dan ook.”

Die € 8.000 is al een tijdje op. Hoe kom je nu aan het beetje geld dat je echt nodig hebt?
“Ik geef regelmatig lezingen. Daar vraag ik geen vast bedrag voor, maar een donatie. Meestal verdien ik dan meer dan wanneer ik een entreeprijs zou vragen. En mijn boek ‘Fulltime avonturier’ brengt ook wat inkomsten binnen. In het boek doe ik verslag van mijn vrije leven. Ik wil laten zien wat er mogelijk is als je de teugels laat vieren. Vorig jaar was ik in Nederland om mijn boek te promoten. Ik liep met mijn eigen kameel Einstein door Nederland. Ik kocht hem voor € 5.000 en nu heeft hij een mooi plekje op een zorgboerderij.
Het is geweldig om met een kameel op pad te gaan. Het opent zo veel deuren. Iedere nacht vind ik weer een heerlijke slaapplek voor ons. Het was fijn weer even in Nederland te zijn, maar ik vind het wel vrij overweldigend. Ik mis de rust, de ultieme vrijheid en het eten uit de natuur. Hier moet ik gewoon af en toe naar de supermarkt. Of ik schrik van de prijzen? Het is inderdaad duur, maar waar ik vooral van schrik is de kwaliteit. Het is lastig om goed eten zonder toevoegingen in de supermarkt te vinden.”
Ga je ooit nog terug naar een normaal werkend leven?
“Ik krijg op een bepaald moment vast de behoefte aan een thuisbasis. Dan wil ik iets met dieren gaan doen, denk ik. Dieren zijn ongelooflijk belangrijk voor mij geworden. In Mongolië bijvoorbeeld liep ik maanden rond met een paard, hond en een kameel. Toen ik voor het eerst op het paard stapte dacht ik: hop, gewoon gas geven en gaan. Nou, zo werkt dat natuurlijk niet, haha. Ik heb de taal van dieren moeten leren spreken. Wat ik over pakweg tien jaar precies ga doen, weet ik nog niet. Ik zie mezelf in ieder geval niet meer in een normale baan. Iedere dag een wekker zetten, op je werk verschijnen, nette kleren kopen en vervoer regelen? Dat wil ik niet. En weet je wat ik eigenlijk het ergste vind? Je moet een huis hebben. Werken is gewoon duur.”
Wat is je plan nu?
“IJsland. Ik heb een enkeltje gekocht. Daar ga ik verder genieten van mijn pensioen.’