Wanneer heb je genoeg spaargeld op je rekening staan? Ik leg je uit hoe je dat uitrekent.
Hoeveel spaargeld moet je op je spaarrekening hebben staan? Ik krijg die vraag heel vaak via mail en op Instagram (kom je me volgen?) Mensen willen graag een duidelijk bedrag horen. Bijvoorbeeld: met € 5.000 op je spaarrekening zit je geramd. Of met € 10.000 aan spaarcenten hoef je je nergens druk om te maken. Maar zo simpel is het antwoord op die vraag niet.
Om te weten hoeveel spaargeld je nodig hebt, moet je eerst de antwoorden op de volgende vier vragen weten:
1. Hoe hoog zijn je vaste lasten?
Iemand die iedere maand makkelijk met € 1.500 rondkomt, heeft minder spaargeld nodig dan iemand die het net aan redt met € 3.000. Om te weten wat het perfecte spaarsaldo is voor jouw situatie, moet je eerst weten hoeveel geld je nodig hebt om een maand door te komen. Zet je vaste lasten dus eens op een rijtje. Misschien heb je al een overzicht misschien ook helemaal niet. Je kunt ook onze Excel-sheets gebruiken, die maken het wat gemakkelijker en leuker (want ze zijn zo mooi!) om dat te doen.
2. Wat moet er allemaal vervangen worden?
Spaargeld heb je ook om dingen die kapot gaan te vervangen. Bijvoorbeeld je koelkast of je wasmachine. Maar denk ook aan lekkage in huis of in een badkamer. Zet voor jezelf eens op een rij welke kosten je op dit gebied zou kunnen krijgen. Dus dingen die écht direct vervangen of gemaakt moeten worden. Het bedrag dat je hiervoor opschrijft, zal in een koophuis waarschijnlijk hoger zijn dan in een huurhuis, waar de huurbaas voor de meeste reparaties opdraait. Vergeet ook niet een bedrag voor een auto, als deze er opeens de brui aan zou geven. Of voor een flinke reparatie op zijn minst. Tel de bedragen nu bij elkaar op en doe ze keer 0,5. De kans dat alles op hetzelfde moment kapot gaat, is klein, dus nemen we de helft van het totaalbedrag. Maar een paar tegenvallers tegelijk kan best gebeuren.
3. Hoe zeker is je inkomen?
Werk je in loondienst met een vast contract? Dan is de kans dat je je hele inkomen opeens verliest, klein. Ben je zzp’er met maar één of twee opdrachtgevers? Dan ligt dat risico een stuk hoger. Denk eens na over het risico dat je loopt op het verliezen van inkomen. En over hoeveel geld dat zou kunnen zijn. Het is in loondienst bijvoorbeeld goed om te weten hoeveel je zou ontvangen aan uitkering, mocht je je baan verliezen. Ook dat kan meespelen bij het bepalen van hoe hoog jouw spaarbuffer moet zijn.
4. Hoeveel zekerheid wil je?
Dit is heel persoonlijk. Sommige mensen slapen pas lekker met € 25.000 op de bank, anderen slapen geen nacht minder om een spaarrekening met maar een paar honderd euro erop. Als je niet alleen bent in jouw huishouden, is het goed om dit ook te bespreken met je partner. Hoe staat die hierin?
Denk in tijd
Hoe kom je nu tot een goed bedrag als financiële buffer? Ik denk liever in tijd dan in euro’s. Bijvoorbeeld: je kunt een buffer aanhouden waarmee je tussen de drie en zes maanden je rekeningen kunt betalen, wanneer je inkomen zou terugvallen. Nu je weet hoeveel je per maand aan vaste lasten betaalt, kun je die berekening ongeveer zelf maken. Laat hierin ook het bedrag dat je bepaalde nodig te hebben voor reparaties en vervangingen meetellen. Met veel zekerheid qua inkomen zou je kunnen kiezen voor een buffer van drie of vier maanden. Heb je minder zekerheid qua inkomen? Ga dan wat hoger in je buffer zitten. Ook in hoeverre jij verlangt naar financiële zekerheid en veiligheid (vraag 4) speelt hierin mee.
Bufferberekenaar
Om je een idee te geven van jouw ideale buffer, kun je ook de Nibud Bufferberekenaar invullen. Die houdt ook rekening met je financiële situatie. Ik weet dat deze tool nogal flinke bedragen aangeeft. Reken jouw benodigde buffer daarnaast ook nog eens uit aan de hand van de vier vragen hierboven en dan weet je een beetje in welke richting je moet denken. Nu dat bedrag nog bij elkaar sparen.
