Ilse deelt haar boodschappenbonnetje. Wat koopt ze precies en hoeveel kost dat haar? “Alleen voor noten ga ik naar de Lidl.”
“Dit bonnetje is een ‘oudje.’ Ik heb deze ooit bewaard om te gebruiken bij de rekenlessen op school. Ik ben juf en vind het belangrijk dat kinderen dit soort sommetjes kunnen maken.”
Vertel eens hoe jij boodschappen doet?
“Ik pin elke week €100. Daarvan moet ik alles doen. Bakker, supermarkt, toiletspullen en andere kosten zoals een terrasje pakken. Als ik wat overhoud – wat best wel eens gebeurt – gaat het in onze vakantieportemonnee. Daarin spaar ik geld om een keer naar het café te gaan of op het terras een punt appeltaart eten.”
Voor wie doe je eigenlijk boodschappen?
“We zijn samen thuis. Mijn 12-jarige zoon en ik. Ik heb een vriend, die kan altijd aanschuiven. Meestal eet hij twee of drie keer in de week mee. Soms maken we een maaltijd van wat we allebei nog in huis hebben. Hij wat tomaat, ik nog een restje gehakt. Ik vind het zonde en niet nodig om eten weg te gooien. Hij ook niet.”
Hoe pak jij boodschappen doen aan?
“Dat gaat elke week op dezelfde manier. Ik breng mijn zoon eerst naar school en fiets dan door naar de supermarkt. Ik pin €100 bij Albert Heijn en steek de straat over naar Nettorama. Dat is mijn lievelingswinkel waar ik altijd naartoe ga. Ik loop ook altijd dezelfde route, ben een gewoontedier. Binnen een half uur á drie kwartier sta ik weer buiten.”
Heb je een lijstje mee of niet?
“Ik heb een lijstje in mijn telefoon. Daar schrijf ik steeds alles op wat aangevuld moet worden. Gebruik ik het laatste beetje rijst? Dan schrijf ik dat op. Maar ook als de voorraad bolognesesaus, die ik vers maak, uit de vriezer op is, gaat die op het lijstje. Dan weet ik: ik moet gehakt, tomaten en de andere ingrediënten kopen om die voorraad saus weer aan te vullen. Ik maak geen weekmenu. We eten meestal de groenten die in die week in de aanbieding zijn. Met wat ik thuis heb of de producten die ik aanvul, maak ik een lekkere maaltijd. Ik kan goed koken met wat er is. Ook met restjes. Aan het einde van de week maak ik soep of gooi ik een salade bij elkaar.”
Doe je al je boodschappen bij één winkel?
“Ja, alleen voor noten ga ik naar de Lidl. Daar zijn ze goedkoper en lekkerder.”
Let je op aanbiedingen?
“Absoluut. Daarmee bespaar ik best een hoop geld. Omdat ik altijd bij dezelfde winkel boodschappen doe, ken ik hun aanbiedingen. Ik weet ook ongeveer hoe vaak aanbiedingen voorbij komen. Dus is er goede korting op producten die ik veel gebruik? Dan neem ik genoeg mee om het te redden tot de volgende keer dat het in de aanbieding is.”
Trap je wel eens in een aanbieding waarvan je achteraf dacht: toch niet zo goedkoop?
“Niet meer. Ik reken aanbiedingen goed door en vergelijk ook onderling. Soms heeft Kruidvat of Albert Heijn aanbiedingen die goed lijken, maar vaak niet goedkoper zijn dan het reguliere aanbod. Daar let ik heel scherp op.”
Waar geef je (toch nog) onnodig veel geld aan uit?
“Chips en snoep. Bij mijn supermarkt krijg je extra korting wanneer je twee zakken neemt. Dat doe ik dan en neem me voor het voor volgende week te bewaren. Dat is natuurlijk een illusie, alles gaat gewoon op. Toch neem ik de week erop weer twee zakken mee, haha.”
Ga je altijd alleen naar de winkel?
“Meestal wel. Als ik met mijn zoon ga, ben ik altijd duurder uit. Ik koop lekker een worstenbroodje voor hem en hij mag wat dingen uitkiezen. Af en toe best gezellig, maar daar moeten we geen gewoonte van maken. Slecht voor de lijn en voor mijn boodschappenpotje.”
Wat zijn jouw favoriete budgetrecepten?
“Zoveel! Ik bespaar vooral door altijd alles op te maken. Ik heb pesto in de vriezer liggen om snel iets te kunnen maken. Pasta pesto met tomaatjes, bijvoorbeeld. Blikje zwarte olijven opentrekken, restje sla of spinazie erbij: heerlijk. Maar ook soep van restjes, met oud brood dat ik met olie en zout in de oven zet, komt hier geregeld op tafel. Zo’n restjesmaaltijd smaakt niet altijd zoals je had gehoopt, maar dan eten we het wel gewoon op. Morgen weer een dag en zonde om weg te gooien.”
Tot slot nog een boodschappentip?
“Niet één om te besparen, maar één om je dag vrolijker te maken. Vermijd de chagrijnige kassajuffrouw. Iedere supermarkt heeft ze. Ga altijd in de rij staan bij een vrolijke caissière, zelfs als het langer wachten betekent. Een praatje en een glimlach doen veel voor je dag.”
