Herken je de financiële stress in de laatste week voordat je je salaris ontvangt? Of wanneer je wasmachine er opeens mee stopt en je niet weet of je wel een nieuwe kunt kopen omdat je geen spaargeld hebt? Dan is dit artikel voor jou. Esmee legt uit hoe je toch snel een buffer op kunt bouwen.
Ik heb een tijdje bij een parfumerie gewerkt. Daar was een lade bij de kassa voor producten die het personeel zelf wilde kopen, maar nu nog even niet kon betalen. Als het salaris kwam, werd de la geleegd en kocht iedereen die dure lipsticks en poeders.
Het vervelende is… Het wordt een soort vicieuze cirkel, waarin je steeds moet wachten op je salaris omdat je in de eerste week alles uitgeeft. Dat kan ook anders. In een aantal stappen bouw jij wel spaargeld op en hoef je niet steeds op je salaris te wachten, want je hebt een buffer. Ook belangrijk als je wasmachine een keertje stuk gaat. Bye, bye stress! Hallo spaargeld, rust en zekerheid.
Stap 1: Inkomsten en uitgaven overzichtelijk maken
Soms heb je uitgeefpatronen waar je je zelf niet van bewust bent. Die ontdek je pas als je die uitgaven een keer op een rij zet. Een vriendin vertelde laatst dat ze op die manier ontdekte dat ze in één maand €100 had uitgegeven bij de slijter. Die flesjes Baileys waren blijkbaar toch een behoorlijke aanslag op haar budget. Overzicht geeft inzicht, dus dat is de eerste stap om je uitgavenpatroon te veranderen.
Stap 2: Vaste lasten terugdringen
Nadat je een mooi overzicht hebt gemaakt van al je kostenposten, wordt het tijd om te bepalen waar er wat vanaf kan. Ik kijk altijd als eerste naar de vaste lasten. Deze komen elke maand structureel terug, dus kijk goed of je deze ergens kunt beperken. Heb je bijvoorbeeld een telefoonabonnement van €70 per maand, terwijl je die internetbundel nooit opmaakt? Heb je onnodige verzekeringen? Bijvoorbeeld een doorlopende reisverzekering terwijl je de afgelopen twee jaar eigenlijk niet veel hebt gereisd? Zorg dat je een paar keer per jaar een moment inlast om te checken of die vaste lasten nog bij jou en je leven passen. En of er wat vanaf kan. Die besparing van een paar euro herhaalt zich iedere maand en is op lange termijn dus echt de moeite waard.
Stap 3: Budget per categorie of periode opstellen
Zet de categorieën van je variabele uitgaven eens op een rij. Dat zijn de kosten die niet iedere maand hetzelfde zijn, zoals boodschappen, kleding, cadeautjes of uit eten. Maak afspraken met jezelf. Hoeveel wil je aan ieder daarvan uitgeven? Vanaf nu mag je bijvoorbeeld van jezelf €300 per maand aan boodschappen uitgeven. Op deze manier zal je bewuste keuzes gaan maken. Je kunt hiervoor geldpotjes aanmaken per categorie in de app van je bank. Vind je het lastig om je aan de afspraken met jezelf te houden? Pin dan een vast geldbedrag per week en zorgt dat je binnen je budget blijft zonder bij te hoeven pinnen. Maak er een leuke challenge van voor jezelf.
Stap 4: Zet meevallers opzij
Financiële meevaller? Hoera, nu kun je meer uitgeven. Ho, wacht even… Wanneer je een financiële meevaller hebt, kun je dit geld ook wegzetten. Aangezien je er toch geen rekening mee had gehouden, ga je het ook niet missen. Dit is de makkelijkste manier om te sparen, omdat je er geen moeite voor hoeft te doen. Dit kun je ook doen met de meevallers die je hebt bespaard door de vorige drie stappen te zetten. Heb je inmiddels een goedkoper telefoonabonnement? Zet het verschil opzij. Zo bouw je supersnel spaargeld op, zonder dat je direct zuiniger hoeft te leven. Fijn toch?
Stap 5: Praten met je werkgever
Kom je er nu achter dat je structureel te weinig geld hebt en dat je echt niet meer verder kunt besparen? Dan wordt het tijd om het gesprek hierover aan te gaan. Bijvoorbeeld met je werkgever. Wellicht kun je om loonsverhoging vragen. Ik denk altijd maar zo: ‘nee’ heb je, ‘ja’ kun je krijgen. Lukt het? Als je die kans gebruikt om te zorgen dat een deel van dat extra geld naar je buffer gaat, heb je meteen meer rust. Zo is er altijd reserve om op terug te vallen. Succes!
