Vind je sparen lastig? Of geen idee hoe je moet beginnen? Geen zorgen! Saskia helpt je op weg met 6 tips om beter te sparen.
1. Heb een duidelijk spaardoel
Sparen gaat beter en makkelijker als je een doel hebt. Je werkt naar iets toe. Dat kan van alles zijn. Bijvoorbeeld een buffer van € 10.000. Of wat extra’s achter de hand voor op vakantie. Bepaal voor jezelf wat je wilt bereiken. En in welke tijd. Leg daarbij de lat niet te hoog. Je doel moet wel haalbaar zijn. Heb je een doel? Dan hak je ‘m in kleine stukjes (zie tip 2). Zo maak je je doel behapbaar.
2. Maak je doel zichtbaar
Vaak hebben we wel een doel. Maar blijft ‘ie in ons hoofd hangen. Je spaart beter als je je doel elke dag ziet. Pak bijvoorbeeld het PorteRenee Spaarijsje of een groot vel papier. Daar schrijf je je doel op. Zoals een vakantie, waarvoor je € 3.000 wil sparen. Die € 3.000 verdeel je vervolgens in vakjes. Je begint bijvoorbeeld één jaar van te voren met sparen. Zo spaar je 12 keer € 250 per maand. Deze maand gespaard? Dan vink je dat vakje af. Omdat je ziet dat je doel steeds dichterbij komt, ga je vanzelf meer en beter sparen. Want je wilt de eindstreep – zo snel mogelijk – halen, toch?
3. Beter sparen? Remind yourself
Mensen die elke dag herinnert worden aan hun spaardoel, sparen sneller en meer. Je spaarschema van tip 2 hang je bijvoorbeeld op de koelkast. Elke keer als je iets te drinken of eten pakt, zie je je doel. Zo blijf je gemotiveerd om je doel te halen. Je kunt jezelf extra helpen door post-its op allerlei plekken door je huis te hangen. Zoals op je spiegel. Daar schrijf je dingen op als: ‘Nog 3 maanden € 250 sparen en je hebt het gehaald!’ Die post-its helpen je weer op het rechte pad als je de verleiding voelt van impulsaankopen of online shoppen.
4. Een vast bedrag op een vaste dag
Veel mensen zetten het geld wat ze aan het eind van de maand overhouden op hun spaarrekening. Dat is het bedrag dat zij sparen. Het gevaar bij deze methode is dat er vaak niks te sparen valt, omdat alles die maand opgaat. Draai het daarom om. Zodra je salaris is gestort, zet je een vast bedrag opzij. Spreek vooraf met jezelf af hoeveel en op welke datum je dit doet. Zo betaal je als het ware jezelf eerst uit. En spaar je meer dan wanneer je je spaarbedrag laat afhangen van wat er overblijft elke maand.
5. Niet denken, maar doen
Vaak hoor ik mensen zeggen: “Ik wil wel sparen, maar ik doe het niet”. Als je écht wil sparen, dan moet je af en toe streng zijn voor jezelf. Ga er eens voor zitten, en zet je inkomsten en uitgaven op een rij. Waar vliegt je geld heen? Koop je veel onzinnige dingen? Ik koop bijvoorbeeld vaak kleding en schoenen die ik totaal niet nodig heb. Sinds een tijdje is de knop om. En geef ik mezelf af en toe eens een flinke schop onder mijn kont. In plaats van weer online shoppen, zet ik eerst een vast bedrag per maand op mijn spaarrekening. Geld wat daarna overblijft, mag ik gebruiken als fun money.
6. Beter sparen: houd het leuk!
Soms voelt sparen als iets dat moet. En wekt het weerstand op. Ja, dan is het ook niet echt leuk. Zet die negatieve gedachte aan sparen om in iets positiefs: je moet niet sparen, maar je wilt het. Hoe dan? Door sparen leuk te maken. Pak je spaarschema bij tip 2 er eens bij, en zet bij elk vakje een beloning. Zodra je een vakje hebt weggestreept, mag je bijvoorbeeld iets leuks kopen of doen. Maak vooraf een wensenlijstje. Stel, je hebt al tijden een paar schoenen op het oog. Je schrijft op je schema dat je die schoenen na vakje 4 mag kopen. Zo werk je én aan je spaardoel én er is een leuke beloning in ’t vooruitzicht. Wedden dat je beter en meer gaat sparen?
