We merken het allemaal: alles wordt duurder. Dat voel je bij de kassa. En als de energierekening op de deurmat valt. Toch heeft de één meer last van inflatie dan de ander. Hoe kan dat?
Dit is inflatie en koopkracht
We spreken van inflatie als de prijzen gemiddeld genomen omhoog gaan. Je betaalt voor dezelfde producten en diensten meer.
Neem een kar met boodschappen. Eerst betaalde je daar bijvoorbeeld € 100 voor. Is de inflatie 10%? Dan reken je nu voor dezelfde kar € 110 af. Toch betekent dit niet dat elk afzonderlijk product in je kar precies 10% duurder is geworden.
Sommige prijzen gaan harder omhoog dan anderen. Het gaat om het gemiddelde. Dus dat je vandaag iets minder kunt kopen voor € 1 dan gister.
Koopkracht geeft aan wat je met je inkomen kan kopen. Je koopkracht verandert door invloeden van buitenaf, zoals de inflatie. En door persoonlijke omstandigheden. Bijvoorbeeld als je meer gaat verdienen. Als je loon bijvoorbeeld niet stijgt, maar de inflatie wel, dan neemt je koopkracht af. Want voor hetzelfde inkomen koop je minder producten.
Hoe kan het dat de inflatie de een harder raakt dan de ander?
Voor de berekening van de inflatie wordt een gemiddeld boodschappenmandje gebruikt. Dit zijn producten en diensten waar huishoudens geld aan uitgeven. Elk product in dit mandje heeft een prijs. En die prijs gaat omhoog of omlaag. De inflatie is de gemiddelde prijsstijging van het totale mandje. Hierbij tellen sommige producten zwaarder mee dan anderen.
Door de inflatie gaat dus niet elk product precies evenveel in prijs omhoog. Sommige dingen worden flink duurder. Zoals nu de energieprijs en benzine. Anderen blijven in prijs gelijk. Of worden zelfs goedkoper.
Waar jij je geld aan uitgeeft, bepaalt de impact van de inflatie. De kans dat jij precies hetzelfde koopt als je buurman is vrij klein. We kopen allemaal andere dingen. Misschien pak jij vaak de auto. Terwijl ik altijd op de fiets ga. Daardoor voel jij de hoge brandstofprijs harder in je portemonnee dan ik.
Wie meer geld uitgeeft aan producten die hard in prijs omhoog zijn gegaan, zal ook meer last hebben van de inflatie. Want je merkt snel dat je minder geld overhoudt.
Deze impact heeft inflatie op jou
Hoe hard de inflatie jou raakt, kun je via het CBS uitrekenen. Dat kan via deze link. Deze tool geeft je een indicatie hoeveel jouw uitgaven de afgelopen jaren duurder zijn geworden. En vergelijkt dat met het officiële inflatiecijfer.
Aan de linkerkant vul je je uitgaven in. Deze verdeel je in 4 categorieën:
- Je maandelijkse uitgaven
- Je jaarlijkse uitgaven (schatting)
- Uitgaven van de afgelopen 5 jaar
- Waarde van je auto en koopwoning
Waar geef jij je geld aan uit?
Nu je je eigen inflatie hebt uitgerekend, kun je gelijk je uitgaven onder de loep nemen. Zet je inkomsten en uitgaven op een rij. En splits je uitgaven in 3 groepen:
- Vaste lasten
- Noodzakelijke uitgaven
- Niet zo noodzakelijke uitgaven
Raakt de inflatie jou hard? Kijk dan waar en hoeveel je kunt besparen. Minder geld uitgeven aan dingen die flink duurder zijn geworden, helpt. Maar kijk vooral ook verder. Kun je je vaste laste omlaag brengen? Check bijvoorbeeld eens je verzekeringen. Veel mensen zijn dubbel verzekerd, zonder dat te weten. En hoe zit het met je impulsaankopen? Die zijn echt killing voor je budget. Doe je best om in ieder geval deels te compenseren, anders kan het gebeuren dat je niet meer uitkomt met je inkomsten. En dat wil je natuurlijk voorkomen.