Weekgeld: zo begin je ermee

Weekgeld is dé manier om niet langer meer uit te geven dan je wilt. Ik leg je uit hoe het werkt en hoe je ermee start.

Door Renée

Als ik één ding eerder had willen weten in mijn leven, is het hoe weekgeld werkt. Het had me een hoop schulden en stress bespaard. Daarom schreeuw ik nu te pas en te onpas van de daken wat het is en hoe het werkt. In de hoop dat één iemand, of misschien wel meerdere mensen, dit lezen en toe gaan passen. En zichzelf zo de rampspoed die mij overkwam toen ik consequent meer uitgaf dan ik binnenkreeg, kunnen besparen. Dan is mijn doel bereikt.

Geen idee hoe ik ooit begon met weekgeld. Ik weet niet meer of ik het elders heb gelezen of gewoon opeens een heldere geest had en het zelf bedacht. Eigenlijk is het niet eens zo ingenieus. Het is hartstikke simpel, maar ook hartstikke effectief.

Weekgeld is dé manier om controle te houden over je uitgaven, zonder dat je ingewikkelde Excel-sheets of kasboekjes hoeft bij te houden.

Weekgeld betekent dat je jezelf een wekelijkse toelage geeft. Maar dan zonder het gevoel dat je op rantsoen staat. Dit doe je niet om jezelf te straffen, maar juist om meer over te houden van je zuurverdiende centen. Zodat je dat geld kunt gaan uitgeven aan wat er voor jou écht toe doet in plaats van dat het tussen je vingers door glipt.

Oké Uitleg nu


Elke maand heb je variabele en vaste lasten. Vaste lasten noem ik de bedragen die je elke maand (of kwartaal) betaalt en die steeds even hoog of laag zijn. Denk aan je huur of hypotheek, aan verzekeringen of water, gas en licht. Daarnaast betaal je ook variabele kosten. Dit zijn kosten die je elke maand doet, maar die schommelen. De hoeveelheid euro’s die er naartoe gaan variëren. Denk aan: boodschappen, cadeautjes, horeca, benzine. Die kosten je niet elke maandag precies evenveel geld.

Bij weekgeld ga je vaste en variabele kosten van elkaar scheiden. Die vaste lasten laat je van één rekening schrijven. Dat bedrag zet je aan het begin van de maand klaar en daar heb je geen omkijken meer naar. Bij deze rekening hoef je dus ook geen pasje te hebben. Daarnaast heb je een rekening waar je elke week weekgeld op zet. Van deze rekening heb je dus wél een pas nodig, want hiermee kun je die cadeautjes en boodschappen et cetera betalen.

Grote vraag is dan natuurlijk: welk bedrag kies je voor je weekgeld? Dat bepaal je zelf. Je bepaalt zelf welke kosten binnen je weekgeld vallen. Bij ons zijn dat categorieën: leuke dingen (kopen en doen), benzine, boodschappen en een bedrag voor kleine onvoorziene kosten. Grote onvoorziene kosten komen van een aparte spaarrekening daarvoor. Anders houd je niks van je weekgeld over. Mijn categorieën zijn nogal breed, maar dat houdt het wel simpel. Ik weet nu: ik heb €210 voor de week, en daar moet ik het mee doen. Geef ik wat meer uit aan boodschappen, dan is er wat minder over voor leuke dingen, benzine of andere aankopen.

Weekgeld moet je even één keer regelen. Als het loopt, dan loopt het. Je ziet in één oogopslag hoeveel geld je nog over hebt die week. En verpruts je het een keer? Dan heb je de week erop weer nieuw weekgeld en geldt dus: nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Interessant? Bewaar de afbeelding hieronder op één van je borden op Pinterest!

In dit artikel kunnen affiliate-links staan.

Deel dit bericht:

WhatsApp
Facebook
LinkedIn
Pinterest
Email
Twitter

Volg ons ook op Instagram voor meer inspiratie, tips en tricks!

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Je ontvangt dan ook GRATIS het spelletje PoenPraat met de leukste geldvragen die je aan het denken zetten.

NIEUW: De PorteRenee app

Heb jij 'm al? Download de gratis app!