Roos (27) werkt én woont op een zeiljacht. Dat betekent veel poen, maar ook veel poetsen − met een wattenstaafje. Stap je even mee aan boord?
Wat is op dit moment jouw uitzicht?
“Ik loop door de haven van Palma de Mallorca, die ligt bomvol superjachten. Het is de winterbasis van veel boten die niet overwinteren op de Caribische eilanden. Wij zijn hier gisteren aangekomen na een reis langs de kusten van Italië en Mallorca.”
Op wat voor jacht werk jij?
“Een zeiljacht van veertig meter. Voor een privé-eigenaar, maar zijn vrienden en familie varen ook regelmatig mee.”
Hoe kwam je erbij om op superjachten te gaan werken?
“Toen ik in coronatijd thuis moest werken − ik had een kantoorbaan bij een bank − besefte ik dat ik iets anders wilde doen. Ik hield altijd al van zeilen en ontdekte dat ik als freelance bemanningslid mee kon op een boot die verplaatst moest worden van Kroatië naar Mallorca. Na die tocht werd ik gevraagd om een seizoen te komen werken op een privéjacht. Ik zei spontaan ‘ja’ en zegde mijn kantoorbaan op.”
Wat een carrièreswitch! Wat houdt jouw werk precies in?
“Inmiddels heb ik de benodigde certificaten gehaald en ben ik first mate: de rechterhand van de kapitein. We wisselen het varen af. Verder doe ik alle handelingen aan dek, van ankeren tot het hijsen van de zeilen. En welke functie je ook hebt: iedereen is 30% van de tijd aan het schoonmaken. Ook de rest van de bemanning, die uit een kok, engineer en stewardess bestaat. Het jacht moet er tiptop uitzien. Om in alle hoekjes en gaatjes te komen, gebruiken we wattenstaafjes, tandenstokers en tandenborstels.”
Dat zie je dan weer niet op Instagram! Zo glamoureus is je baan dus niet?
“Haha, we zullen niet snel een actiefoto met een wattenstaafje posten, maar deze baan is het grootste gedeelte van de tijd heel hard werken. Zeven dagen per week, meestal zo’n zestien uur per dag in het vaarseizoen. In de winterperiode − van november tot april − zijn we druk met onderhoud: de systemen nakijken, lakken, et cetera. Dan zijn we wel de weekenden vrij, mits je niet op de boot hoeft te passen. Daarin wisselen we elkaar af. En ik heb veertig vakantiedagen per jaar.”
Dat klinkt eerder als een levenswijze dan als een baan. Wat verdien je per maand?
“Netto € 3.500. Doordat ik aan boord woon, geef ik amper iets uit. Mijn werkgever betaalt kost en inwoning en zelfs mijn zorgverzekering. Het afgelopen seizoen heb ik geleefd van mijn fooi, die was in totaal € 6.000.”
Wow, dat zijn nog eens fooien. Wat doe je met je geld?
“Als we in de winter een avond vrij hebben, gaan we uit eten of een drankje doen. Het liefst bij een lokaal Spaans tentje. Mijn collega’s zijn ook goede vrienden geworden. Tijdens mijn vakantie maak ik graag een verre reis of ik ga wandelen ergens in Europa. De ene keer met een vriendin, de andere keer alleen. Ik geniet van het leven, maar let ook op de kosten. Ik wil het grootste gedeelte van mijn inkomen sparen.”
Het sparen zal aardig aantikken.
“Mijn spaarsaldo is € 42.000. Op een gegeven moment wil ik zelf een lange reis op een boot kunnen maken. En ik spaar om ooit minder te kunnen werken. Bovendien bouw ik geen pensioen op. Daarom heb ik ook een koophuis, als investering voor later.”
Wat slim, vertel!
“Ik heb een appartement in Barcelona gekocht voor € 175.000, met een hypotheek van € 100.000. De rest heb ik gefinancierd met de overwaarde van het huis dat ik in Nederland had en heb verkocht toen ik dit werk ging doen. Mijn Spaanse appartement heb ik verbouwd voor € 20.000, betaald van mijn spaargeld. Het is nu € 300.000 waard. Ik verhuur het per kamer, in totaal voor € 1.690 per maand. Dit is mijn pensioenpot.”
Krijgt geld een andere lading in de wereld waarin jij leeft?
“In de superjachtenwereld stelt mijn salaris helemaal niets voor. Dat betalen booteigenaren als liggeld voor drie nachten in een haven. Aan de andere kant is € 3.500 salaris voor mij veel geld. Voor ik dit werk deed, zag ik mijn loon als leefgeld. Mijn mindset is daarin veranderd: nu zie ik geld als investering. Niet om superrijk te worden, maar om later geen geldzorgen te hebben.”
Hoe lang wil je dit werk blijven doen?
“Over een jaar heb ik mijn papieren om kapitein te worden. Ik denk dat ik dan nog vijf à tien jaar op superjachten wil werken. Omdat ik het superleuk werk vind. Maar ook al app ik wekelijks met vrienden in Nederland en bel ik mijn ouders om de paar dagen, ik mis natuurlijk wel veel gebeurtenissen thuis. Daarom zal ik dit werk niet voor altijd willen doen.”
