Op een dag besloten wij een ton te sparen. Het leek een onmogelijk doel, tot het opeens gelukt was.
Voor ons begon het tijdens een wandeling door een natuurpark in Almere. We waren nog geen jaar samen en woonden in het koopappartement dat ik jaren eerder met mijn ex kocht. Het stond al drie jaar te koop. Ik raakte het aan de straatstenen niet kwijt. Het leek midden in de crisis wel alsof niemand het wilde hebben, al zou ik ze er een zak geld bij toe geven. Ik werd daar verdomde depressief van. Ik douchte in de badkamer waarvan ik de tegels nog met mijn ex uitzocht. Ik wilde door met mijn leven. Op die druilerige zondag liep ik hand in hand met mijn grote liefde langs een meer. In eerste instantie klaagden we vooral. Over de hele situatie en hoe klote het was.
Lees ook: 100.000 euro sparen. Hoe dan?
Tot mijn lief zei: misschien moeten we het omdraaien. Misschien moeten we praten over wat we wel willen en onze aandacht daaraan geven. Iets positiefs. In de hoop dat het ooit werkelijkheid zou worden. We wandelden langs een paar prachtige vrijstaande huizen. Mooie tuin, trampoline in de tuin voor de kinderen, de geur van net gemaaid gras. We wandelden langs een droom. ‘Wat zou zoiets kosten?’ vroeg ik mijn (inmiddels) man. Hij schatte: ‘Een tonnetje of 3,5.’ Ja, voor dat geld kon je toen nog terecht in Almere en dan kreeg je er niet eens buren bij. Ik dacht aan de flinke woonlasten die dat met zich mee zou brengen en kreeg het er doodsbenauwd van. Het deed de moed weer even in mijn schoenen zakken. Want zolang we nog vast zaten aan ons niet te verkopen appartement konden we sowieso geen kant op. Een hypotheek was aan ons echt niet besteed.
Toen zei mijn man iets wat ons leven veranderde. ‘We kunnen er alvast voor gaan sparen.’ Hij keek er blij bij. Niet omdat hij sparen nou zo leuk vond, maar omdat dat voelde alsof we aan iets gingen bouwen. Aan een toekomst van ons samen. Het maakte douchen in de badkamer van mijn ex een stukje minder verdrietig. We hebben drie extra rondjes om het meer gelopen om erover te praten. Wat was haalbaar voor ons? Hoeveel konden we sparen? En hoe snel zou het dan gaan? We besloten onszelf een doel te stellen. 100.000 euro. Het leek een belachelijk doel en we moesten er allebei een beetje om giechelen.
Het voelde alsof we een pact sloten op dat moment. Een doel voor ogen. Het leukste vonden we het om te visualiseren als het zover was. ‘Dan halen we al het geld van onze spaarrekening, doen het in een jute zak en nemen het mee naar de Hypotheker. Bam. Zo op de toonbank.’ En dan met zijn tweeën heel hard lachen om het idee. Of dat je bij de bank komt met de wens een huis van drie ton te kopen. Dat ze je dan zo aankijken van: no way. Veel te jong, veel te onzeker inkomen. En dat je dan tussen neus en lippen kunt mompelen: ‘Oh ja, we hebben wel al een ton gespaard.’ Hilarisch, toch? Die chagrijnige bankmedewerker weet niet wat hij meemaakt.
Het was 2008. Niemand had het over sparen. Mensen hadden het over overleven. Hun baan houden. Hoofd boven water houden. Met ons werk ging het goed. We werkten allebei als zzp’er en moesten er keihard aan trekken, maar er bleef genoeg over nadat de vaste lasten af waren geschreven. Genoeg om te sparen. Meer dan we zelf dachten. We zetten zeker 1.000 euro per maand, per persoon weg. Plus alle extraatjes. Teruggave van de Belastingdienst, vakantiegeld, uitkeringen van auteursrechten op ons werk. We woonden in een goedkoop huis, deden niet al te gekke dingen. We waren verliefd en vonden picknicken in het park veel romantischer dan in een restaurant een pizza voorgeschoteld krijgen. We hadden niet zo veel nodig.
Niet dat het armoede was, hoor. We gingen nog volop weg, reden een auto, deden onze boodschappen gewoon bij de Appie. Het sparen werd een soort verslaving. We werden er blij van. Terwijl de wereld langzaam uit de crisis kroop en de woningmarkt aantrok, spaarden wij stug door. En toen was daar een koper. Een koper die veel te weinig geld bood, maar waar we ons wanhopig aan vast klampten. Dan maar voor een prikkie weg. Weg is weg. Daar ging een deel van ons spaargeld. Het was het meer dan waard om door te kunnen gaan met ons leven. We kregen een kind, we emigreerden naar Curaçao, we kwamen terug. We kochten een goedkoop huis, we verkochten het een jaar later weer (want toch wel erg klein) en toen vonden we ons droomhuis.
Geen vrijstaand huis, maar een ruime 2-onder-1-kap. Met openslaande deuren, een grote pergola in de tuin, vijf slaapkamers en ruimte voor die enorme eettafel waar ik altijd al van droomde. Het kostte ons 265.000 euro (ja, dat kan nog buiten de Randstad.) We gingen naar de Hypotheker, die moeilijk keek en over zijn kin wreef. Toen was het moment dan daar. Ik liet de eer aan mijn man. ‘We hebben trouwens nog een ton gespaard. Staat op onze spaarrekening.” Je had die man moeten zien kijken. Dat hoorde hij niet zo vaak, vermoed ik. En wij glimmen natuurlijk. Niet alleen omdat we het eindelijk hardop konden zeggen, niet alleen omdat het ons gelukt was, niet eens alleen maar omdat het zoveel geld is, maar vooral omdat dit alles veranderde. We konden dat droomhuis kopen want we hadden eigen geld. En bovendien: we zouden er ons hele leven niet meer krom voor hoeven liggen.
We betalen ruim 400 euro hypotheek netto. Dat is een studentenkamer in Amsterdam en daar hebben we 158m2 meter voor. Dat is een cadeau dat we onszelf hebben gegeven. En dat jij jezelf ook kan geven. Denk nu niet meteen: 1000 euro per maand is voor mij niet haalbaar. Niet meteen nee roepen, niet meteen denken dat het niet kan. Iedereen kan dit. Op je eigen tempo. Als je maar een beeld voor ogen houdt. Of het nu die dikke bankdirecteur is, die je uit zijn stoel blaast. Of dat prachtige huis dat je, als je eigen geld meeneemt, wel kunt kopen. Nog meer nu dan een paar jaar geleden, toen wij dit avontuur begonnen, is het nodig om vooraf te sparen. Je kunt niet meer je huis, de kosten koper en een kleine verbouwing meefinancieren. Je zult de bank moeten laten zien dat je geld hebt, willen ze je geld geven (ja, echt logisch is het soms niet.) Ik daag iedereen uit om dat als iets positiefs te zien. Om te voelen hoe logisch dat eigenlijk is. Dat je spaart voordat je de grootste aankoop van je leven doet. Zodat je nooit krom hoeft te liggen voor je woonlasten. Begin vandaag met sparen, zou ik zeggen. Voor je het weet heb je je doel behaald. Wedden?
Lees ook: Toen stond er opeens 100.000 euro op mijn rekening