Blogger Mr. Fob (49) wilde eerder stoppen met werken. Hij spaarde en belegde de laatste jaren heel hard. En nu is het dan zover. Hij heeft deze maand zijn baan opgezegd.
Er verscheen onlangs een stukje in mijn Facebook-tijdlijn dat ik gewoon moést lezen. Van een collega-blogger genaamd Mr. FOB (Financieel Onafhankelijk Blog). Ik wist dat hij bezig was met vervroegd pensioen. Door een flink percentage van zijn inkomen te sparen, wilde hij eerder gaan genieten van zijn oude dag. Nou ja, dat is misschien een verkeerd woord. Want oud is hij nog niet. Het is hem inmiddels namelijk gelukt en hij is nog geen 50 jaar. Hij heeft het gewoon gedaan. Zijn baan opgezegd. Hij leefde lang naar die stap toe, maar toen het zover was, vond hij zijn baas vertellen dat hij ermee stopte, moeilijker dan hij had gedacht. Hij schrijft:
De stap zetten om een baan met een goed salaris op te zeggen voelde voor mij groter dan ik verwacht had. Die neiging om nog een tijdje door te werken terwijl je eigenlijk genoeg geld hebt om te stoppen hebben overigens meer mensen en staat bekend als het “one more year syndrome”.
Ik snap dat wel. Zeker omdat hij in loondienst werkt. Je inkomen valt in één klap helemaal weg wanneer je opzegt. En zelfs als je dat geld volgens je berekeningen niet meer nodig hebt, lijkt het me eng om het niet meer te ontvangen. Gewoon niks meer op je rekening gestort iedere maand. Je moet het helemaal zelf doen.
Maar, de vraag is: hoe heeft hij dit voor elkaar gekregen?
Wanneer je vroegpensioen kunt bereiken is makkelijk uit te rekenen. Pak je rekenmachine er maar bij. Twee belangrijke cijfers zijn:
Hoeveel geld je verdient
Hoeveel geld je nodig hebt om van te leven
Het percentage van je inkomsten dat je spaart, noemen ze je spaarpercentage. Hoe hoger dat is, hoe eerder je financieel onafhankelijk bent. Hoe eerder je dus niet meer hoeft te werken voor je geld. Even een sommetje om het uit te leggen.
Stel: je verdient netto 30.000 euro per jaar en geeft 20.000 euro uit. Dan hou je dus 10.000 euro over om te sparen. 10.000/30.000 x 100 (%) = 33,3%. Je spaarpercentage is dus die 33,3%. Vul de som dan maar in:
spaarbedrag / netto inkomen x 100 (%) = spaarpercentage.
Met dat spaarpercentage kun je heel simpel in een grafiekje opzoeken hoe lang je nog ‘moet’ werken tot je genoeg geld hebt om je gaan rentenieren. Een Amerikaanse blogger heeft een geweldig voorbeeld op zijn site staan. Even doorklikken, zoek je spaarpercentage op en voila: dat is het aantal jaren werken dat je nog voor de boeg hebt. Met een spaarpercentage van 33,3% heb je nog zo’n 25 jaar te werken voor je genoeg geld bij elkaar hebt. Hierbij rekenen we je reguliere pensioen, vanaf 67+ dan even niet mee.
(Hoe je dit allemaal zelf uitrekent, kun je in het blog rondom de grafiek lezen. Hartstikke interessant. Sla je achterover van zoveel cijfers, dan zou ik het lekker aan me voorbij laten gaan.)
Je ziet in die grafiek ook, dat des te meer je van je inkomen kunt sparen/beleggen, des te sneller je met pensioen kan. Onze verhuizing gooit hier even roet in het eten, maar ons doel is altijd om van één inkomen te leven. Van dat tweede inkomen betalen we wat extraatjes, zodat er ongeveer 40% van ons inkomen gespaard en belegd kan worden. Voor ons zou dat nog 21,6 jaar werken betekenen. Dan ben ik 56 jaar. Ik geloof dat we tegen die tijd ook minder geld uit hoeven te geven (kinderen de deur uit!) dus hebben we eerder genoeg geld om fulltime te gaan relaxen. Ons huis hopen we dan ook afgelost te hebben, waarmee een flinke kostenpost wegvalt.
Mr. FOB is het al gelukt. Lees meer over zijn avontuur op weg naar dit doel op zijn site. Voor hem wordt het nu wennen aan een nieuw, vrij leven. Lekker doen waar je zelf zin in hebt. Of het nu geld in het laatje brengt of niet. Hoe stoer is dat? Hij schrijft daarover.
Nu ik de stap daadwerkelijk gezet heb voel ik me letterlijk bevrijd. Ik voel me vrijwel elke dag met momenten euforisch, het voelt alsof ik een nieuw leven begin. Ook heb ik onwijs veel zin in wat gaat komen. Ik zal in mijn nieuwe leven ongetwijfeld een nieuwe balans moeten vinden. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat dat me gaat lukken. En ik ben ook benieuwd naar de nieuwe mensen die ik vast en zeker ga ontmoeten met nieuwe activiteiten.