Als je meer of minder gaat werken, bouw je ook meer of minder pensioen op. Waarom is dat zo? En hoe check je of je genoeg pensioen opbouwt? We gaan het je uitleggen.
In loondienst bouw je meestal via je werkgever pensioen op. Vaak leggen jij en je werkgever samen een bedrag in (= je pensioenpremie). Dat bedrag gaat naar een pensioenuitvoerder, zoals een pensioenfonds of verzekeraar. De hoogte van die pensioenpremie hangt onder andere af van je salaris.
Minder werken = minder pensioen
Hoeveel salaris je krijgt, is onder meer afhankelijk van het aantal uur dat je werkt. Ga je minder uren werken? Dan gaat je salaris waarschijnlijk omlaag. Daardoor daalt ook je pensioenpremie en gaat er vanaf dat moment iedere maand een lager bedrag naar je pensioen. Zo bouw je dus minder pensioen op.
Daar merk je nu nog niks van. Maar later, als je met pensioen gaat, moet je in dat geval rondkomen van een lager inkomen. Dat is bijvoorbeeld ook zo als je eerder stopt met werken.
Een voorbeeld
Stel je werkt vijf dagen in de week. En je salaris is € 2.500. Je pensioenpremie is in dit voorbeeld 15% van je salaris. Dus als je vijf dagen werkt, gaat er elke maand € 375 (= 15% van € 2.500) naar je pensioen.
Ga je van vijf naar vier dagen werken? Dan werk je 20% minder en daalt je salaris ook met 20%. Nu verdien je € 2.000. Daardoor gaat er niet € 375 naar je pensioen. Maar nog maar € 300 (= 15% van € 2.000). Dat is € 75 minder dan wanneer je vijf dagen zou werken. Dat lijkt niet zoveel, maar als je dat jarenlang doet heeft dat natuurlijk gevolgen voor je pensioen.
Let op: eventuele toeslagen en andere vormen van inkomsten laten we in deze berekening buiten beschouwing.
Wil je éen dag in de week minder werken? Dan lever je dus één dag salaris, maar ook één dag pensioenopbouw in.
Meer werken = meer pensioen
Ga je juist meer werken? Dan ga je waarschijnlijk meer verdienen. En daardoor gaat je pensioenpremie ook omhoog. Met een hoger salaris bouw je dus meer pensioen op.
Een voorbeeld
Stel je werkt drie dagen en je verdient € 1.500. Ook in dit voorbeeld is je pensioenpremie 15% van je salaris. Dus als je drie dagen werkt, bouw je elke maand € 225 (= 15% van € 1.500) pensioen op.
Je wilt anderhalve dag meer werken. Dan werk je 50% meer, waardoor je salaris stijgt naar € 2.250. Ook bouw je 50% meer pensioen op.
Nu gaat elke maand € 337,50 (= 15% van € 2.250) naar je pensioen. Dat is € 112,50 meer dan toen je drie dagen werkte.
Let op! Deze twee rekensommen zijn bedoeld als simpel voorbeeld. Wil jij weten wat minder werken (netto) voor jouw pensioen betekent? Vraag het na bij je werkgever of pensioenuitvoerder.
Wat is jouw pensioenregeling?
Hoeveel pensioen je opbouwt, is voor iedereen anders. Het ligt aan de pensioenregeling die je hebt. Check bij je werkgever hoe het bij jou zit. Soms is er een speciale regeling. Bijvoorbeeld als je bijna met pensioen gaat. Dat zijn de demotieregeling (demotie is het tegenovergestelde van promotie, red.) en het generatiepact. Dan ga je minder werken of krijg je een andere functie, maar loopt je pensioenopbouw gewoon door.
Ook belangrijk: bij onbetaald verlof, zoals een sabbatical of een paar maanden vrij voor een wereldreis, loopt je pensioen niet altijd door. Vraag dat dus altijd even goed na.
Extra tip: denk aan je pensioen als je onderhandelt over je salaris. Bijvoorbeeld bij een nieuwe baan. Of als je om een loonsverhoging vraagt.
Bouw jij (nog) genoeg pensioen op?
Als je (tijdelijk) minder gaat werken of eerder stopt met werken, bouw je minder pensioen op. Dat geldt voor je ouderdomspensioen en voor het nabestaandenpensioen. Maar niet voor je AOW. De opbouw van je AOW hangt af van of je in Nederland hebt gewoond of gewerkt, maar niet van of je veel of weinig werkt. Hier lees je meer over de AOW.
Ook als je geen plannen hebt om meer of minder te gaan werken, is het belangrijk om je pensioen in de gaten te houden. Weet jij hoeveel pensioen je nu opbouwt? En is dat genoeg voor later? Doe hier de check.
Zelf je pensioen aanvullen: zo doe je dat
Niet iedereen bouwt genoeg pensioen op. Als zzp’er regel je je pensioen sowieso zelf. Maar ook als je in loondienst werkt, is je pensioenregeling niet altijd voldoende om later van rond te komen. Bijvoorbeeld omdat je parttime werkt of een paar jaar eerder wilt stoppen.
Dan kun je zelf je pensioen aanvullen. Bijvoorbeeld met:
- Lijfrenteverzekering of banksparen
- Zelf sparen en/of beleggen
- Hypotheek aflossen
- Ga met je werkgever het gesprek aan voor een (betere) pensioenregeling
- Woning verkopen of overwaarde opnemen
- Werken naast je pensioen
Wil je weten hoeveel pensioen jij al hebt opgebouwd? Je pensioenoverzicht check je hier. Even inloggen en je ziet meteen hoe jouw pensioen er tot nu toe voor staat! En wil je weten wat je nú kunt doen voor je pensioen? Met deze tool van Wijzer in geldzaken krijg je tips voor jouw situatie. Handig!
Dit artikel is een samenwerking met Wijzer in geldzaken en Stichting Pensioenregister. De inhoud is 100% PorteRenee.