Helma (38) stond jarenlang diep in het rood en at soms uit noodzaak tosti’s als avondeten. Tot ze met spaarpotjes ging werken. Nu heeft ze een flinke buffer.
“Alles ging een paar jaar geleden tegelijkertijd mis. Mijn relatie liep stuk en ik werd ziek. Daardoor kelderden mijn inkomsten. Voordat ik ziek werd, verdiende ik best leuk, vooral door de toeslagen voor avond- en nachtdiensten. Maar in de ziektewet kreeg ik dat extra geld niet meer. En omdat mijn ex na onze breuk zijn salaris meenam, bleef er bar weinig over. Maar minder uitgeven? Dat deed ik niet. Ik had geen benul van de waarde van geld en stond in no time € 1.000 rood.”
Waar gaf je dan geld aan uit?
“Ik voelde me vaak schuldig tegenover mijn kinderen. Een zieke moeder hebben is niet leuk. Dat schuldgevoel compenseerde ik door bijvoorbeeld met ze naar de McDonald’s te rijden, lekker op vakantie te gaan of voor allebei nieuwe schoenen te kopen, terwijl alleen mijn zoon nieuwe nodig had. Ik gaf geld uit dat ik helemaal niet had.”
Hoe hoog werden je schulden?
“Het bleef gelukkig bij die € 1.000 rood staan. Ik had geen mega schulden en er stonden geen deurwaarders voor de deur. Maar ik wist wel dat als ik niet ingreep, er serieuze problemen zouden ontstaan. En dat wilde ik echt voorkomen.
Ik snapte niet waar het geld steeds bleef en diende zelf een verzoek bij de rechter in om onder bewind te komen staan. Ik wilde niet dat het nog verder mis zou gaan. Er kwam een bewindvoerder die mijn financiën ging beheren. Deze dame betaalde mijn rekeningen en iedere week kreeg ik € 60 leefgeld. Dat is echt weinig, hoor. Hoewel ik alle reclamefolders uitspitte en ik wekelijks zes supermarkten bezocht voor de beste aanbiedingen, aten we toch regelmatig tosti’s als avondeten. Uit pure noodzaak.”
Zorgde die bewindvoerder ervoor dat je je financiën weer op orde kreeg?
“Was het maar waar. Ik kwam er al na een paar maanden achter dat de bewindvoerder forse fouten maakte. Zo werden rekeningen van anderen van mijn geld betaald, werden verkeerde bedragen overgeboekt naar instanties en kreeg ik regelmatig mijn weekgeld niet of veel te laat. Dan moest ik alsnog geld lenen bij mijn ouders. Ik ging terug naar de rechter met het verzoek de bewindvoering ongedaan te maken en ging zelf aan de slag.”
En lukte dat?
“Inmiddels was ik er wel van doordrongen dat ik geld apart moest leggen en moest gaan budgetteren. Maar hoe? Ik had dat nooit eerder gedaan.
Ik begon met het verdelen van de kinderbijslag in potjes. Dat had ik gelezen op PorteRenee. Ik maakte een spaarpotje ‘kleding’, ‘Kerstmis’, ‘Sinterklaas’ en ‘verjaardagen’. Dat was echt een halleluja-ervaring. Opeens had ik geld voor een verjaardagscadeautje en voor een kleinigheidje met Sinterklaas.
Maar ik deed meer. Spullen die we niet meer gebruikten, verkocht ik via Marktplaats en met het geld dat ik daarmee verdiende verduurzaamde ik mijn huis. Ik verving alle stroomvreters door energiezuinige apparaten. Die kocht ik overigens wel in een outlet. Dat kleine deukje op de wasmachine zie je echt niet hoor. Zo bespaarde ik flink op mijn energierekening.”
Sprak je met je omgeving over je financiën?
“Ik heb alleen mijn kinderen eerlijk uitgelegd hoe ik ervoor stond. Ik vertelde ze dat sommige dingen niet konden, omdat ik wilde voorkomen dat we in de schulden terechtkwamen. Dat begrepen ze. Ik vind het belangrijk ze een goede financiële opvoeding te geven. Ik zou willen dat het een verplicht schoolvak was. Mijn ouders spraken niet over geld. Wel zeiden ze altijd dat je geen geld moet uitgeven dat je niet hebt, maar ondertussen hadden ze zelf een persoonlijk krediet lopen.”
Is praten over geld toch nog een taboe volgens jou?
“Naast seks is geld echt een van de meest onbespreekbare onderwerpen. Dat is echt jammer. Ik werk sinds twee jaar als GGZ-ervaringsdeskundige. Ik ondersteun mensen die een ontwrichtende situatie hebben meegemaakt en in een hersteltraject zitten. Praten over financiën vind ik een belangrijk onderdeel van dit traject. Dat heb ik zelf gemist tijdens mijn therapieën. Als het niet goed met je gaat, dan gaat het financieel vaak ook niet goed en komen er nog meer zorgen bij.”
Je hebt nu dus weer een baan en een salaris. Fijn!
“Ik werk 32 uur per week. Ik ben niet rijk, maar verdien genoeg. En ik geef veel minder uit dan vroeger, hecht geen waarde meer aan dure dingen.
Ik ben een echte ‘spaarpotjes koningin’ geworden. Ik heb zestien verschillende spaarpotjes. Veel hè? Zodra mijn salaris wordt gestort, verdeel ik het over al die potjes. Dan gaat er een bedrag naar de vaste lasten rekening, naar het boodschappenpotje, naar het potje sportcontributie, naar het potje extra zorgkosten enzovoort. En ik spaar iedere maand. Ik heb zelfs een buffer van € 4.000. Door met die spaarpotjes te werken, ging ik van schuld naar een buffer, daar ben ik zo trots op.”
Spaar je ook voor de kinderen?
“Mijn ouders hebben altijd voor de kinderen gespaard. Ik vind het vreselijk te moeten zeggen dat ik dat geld heb gebruikt om rekeningen te betalen. Dat vind ik erger dan alle schulden bij elkaar. Ik stelde mezelf als doel voor hun achttiende het volledige bedrag weer terug te betalen. Mijn dochter wordt eind dit jaar achttien en dan is het gelukt. Ik kan het zelfs met een mooi bedrag aanvullen.”