Rien Meijer (45) is net vader geworden van zijn tweede kindje. Hij blijft drie maanden thuis en bekostigt dat van zijn flinke spaarrekening. Hoe? Dat vertelt hij precies. En ik doe ook even een wat-kost-een-kind-quizje met hem.
“Vandaag is mijn verlof in gegaan. Ik ben vanaf nu drie maanden thuis om bewust tijd met mijn zoontje door te brengen. En met het hele gezin, trouwens. Kristian is nu drie maanden oud. Hij krijgt net een beetje haartjes en hij lacht af en toe. In deze periode wil ik niet veel van huis zijn. Ik weet nog van mijn dochter Josephine hoe snel die baby-fase gaat. Je knippert met je ogen en ze kruipen al. Of het eerste tandje is ontdekt. Ik wil dat niet missen omdat ik aan het werk ben.
Het grootste deel van mijn verlof is onbetaald. Ik kan dat opvangen omdat ik een flinke spaarpot heb. Daar zit enkele tientallen duizenden euro’s in. Het is in ieder geval genoeg om dit soort keuzes te kunnen maken. Ik hoop er de studies van mijn kinderen van te kunnen betalen, tegen die tijd. En misschien ook hun rijbewijs. Dat deden mijn ouders ook voor mij. Het gaf mij ruimte om zelf flink te kunnen sparen. Dat gun ik mijn kinderen ook: een vliegende start. Ze moeten het uiteindelijk zelf doen, maar een duwtje in de rug van je ouders is toch fijn.
Ik was 15 jaar toen ik begon met sparen. Ik werkte op zaterdagochtend in de broodfabriek in Ridderkerk. Dat leverde me iedere week 25 gulden op. Dat was toen een hoop geld. Ik was gek van LP’s kopen. Die kostten toen precies 25 gulden. In het begin dacht ik: ‘Wow! Nu kan ik er iedere week een kopen.’ En dat deed ik ook af en toe. Maar al mijn geld opmaken aan platen, voelde niet goed. Dus begon ik met sparen. Dat leerde ik van mijn ouders. Die deden dat al hun leven lang. Ze praatten daar ook over met mij. En dat heb ik goed in mijn oren geknoopt. Ik bleef sparen. Iedere maand zette ik weg wat ik kon missen. Mijn lasten hield ik laag, waardoor er altijd geld overbleef. Ik weet nog dat ik in de twintig was en met mijn toenmalige vriendin een en/of-rekening ging openen bij de bank. De medewerker concludeerde dat ik nog zo’n 50.000 euro op mijn andere rekening had staan. Dat had ik mijn vriendin nog niet verteld. Ze viel bijna steil achterover. Zoveel geld! Toen besefte ik pas echt: dit heeft niet iedereen. Niet iedereen spaart zoals ik altijd heb gedaan.
Mijn spaargeld staat voor een deel op deposito’s. Op een deposito zet je je geld voor een langere tijd vast. Een paar maanden tot een paar jaar. In ruil daarvoor krijg je een hogere rente dan op een gewone spaarrekening. Omdat het geld is waar ik nu geen plannen mee heb, kan dat gewoon. Een deel van mijn spaargeld staat op een gewone spaarrekening. Daar wil ik altijd bij kunnen. Maar ik zoek wel altijd naar een goede rente. Ik vind dat als je flink wat spaargeld hebt, je er goed voor moet zorgen. De rente is nu heel laag, maar toch is er verschil tussen banken. Het is een kwartiertje werk om even te Googlen en een wat hogere rente te vinden. Waarom zou je dat niet doen?
Ik zit nu in de een dure levensfase. Misschien wel de duurste ooit, met twee kleine kinderen. We nemen nu geregeld wat geld op van de spaarrekening. Voor een vakantie of een kinderwagen. Daar is spaargeld toch ook voor bedoeld. Er blijft genoeg over, ook omdat ik af en toe extra inleg. Niet iedere maand meer zoals vroeger, maar bijvoorbeeld wel wanneer ik vakantiegeld krijg of een andere financiële meevaller. Dankzij mijn spaarpot heb ik veel keuzevrijheid. Spontaan op reis? Waarom niet? Zouden mijn vriendin of ik ooit een andere baan willen die minder verdient? Dan kan dat gewoon. Ik overweeg om een paar uur minder te gaan werken. Van 36 uur per week naar 32 uur per week. Dan ben ik één doordeweekse dag vrij, om met mijn kinderen spelen of iets voor mezelf doen. Dat vind ik echt rijkdom.”
Dit artikel is een samenwerking met LeasePlan Bank. Zij geloven, net als ik, dat sparen leuk kan zijn. En je spaarcenten staan er lekker ‘ver’ weg van je betaalrekening. Zo voorkom je dat je je spaargeld impulsief over de balk smijt. Dat helpt mij enorm, jou misschien ook.
