Het blijft ongemakkelijk: een salarisonderhandeling. We waarschuwen je voor vijf moves die je geld kosten tijdens een salarisonderhandeling.
Door Chantal Tromp
Hij vroeg om een prijs en ik zei wat ik me voor had genomen te zeggen. Precies dat bedrag. Ik kreeg het met moeite mijn mond uit. Hij reageerde vlot: “Maar in de pr-branche heb je nog niet veel ervaring.” Ik knikte. Fout, dat had ik niet moeten doen. Ik had beter mijn toegevoegde waarde kunnen benadrukken.
Ik bijt op mijn lip en voeg snel toe, alsof ik me schaam voor het bedrag dat ik zojuist heb genoemd: “Ik werk niet voor het geld, hoor. Als ik maar ongeveer bedrag X ontvang om te kunnen leven, ben ik tevreden.” Ai, ik voel meteen dat ik hier de plank missla. Ik werk deels wel voor het geld. Want: hypotheek, rekeningen, kind. Juist, leven kost geld. Het is alleen niet het belangrijkste. Integendeel. En zo blunder ik nog wat verder.
Iedereen begrijpt: dit was geen goede salarisonderhandeling. Ik gebruikte meerdere don’ts tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek. Dingen die je beter niet kunt doen. Wil jij het beter doen? Zie hier, vijf moves die je juist geld kosten tijdens een salarisonderhandeling. Kan ik ook nog iets van leren.
5 x niet doen tijdens een salarisonderhandeling
Je minimum salaris noemen
Niet doen. Nooit. Never. Reken uit wat je financiële wensen zijn, maar laat je niet uit over het laagste bedrag dat je zou willen verdienen. Je verliest onmiddellijk je onderhandelingsruimte.
Onrealistisch hoog inzetten
Het tegenovergestelde van het vorige punt: zet niet te hoog in, de kans zit er dan in dat je jezelf uit de markt prijst. Houd rekening met wisselgeld, ofwel je onderhandelingsruimte. Met ongeveer tien procent onderhandelingsruimte zit je goed. Een voorbeeld: je wilt maandelijks rond de €3.000 bruto per maand verdienen, dan is het slim om een salariseis neer te leggen die tien procent hoger ligt. Je vraagt dus €3.300. Er is dan ruimte om te zakken, je zou op €300 minder kunnen eindigen, je wisselgeld. Samengevat: hoger inzetten is dus belangrijk, maar overdrijf het niet. Wisselgeld is het sleutelwoord.
Met het eerste bod akkoord gaan
Ga nooit in op het eerste bod van de tegenpartij. Net als jij, legt je werkgever ook niet meteen alles op tafel. Ook hij houdt wisselgeld achter de hand, er is rek. Ga ook niet in op opmerkingen als: “We voelen de coronacrisis.” Probeer in te schatten hoe groot de onderhandelingsruimte is. En onthoud: beter geen deal dan een slechte deal.
LEES OOK: 3 gouden tips om te onderhandelen over je salaris
Onvoorbereid de onderhandeling voeren
Alles is mogelijk, dus wees voorbereid, op eh, alles. Wat lijkt je lastig tijdens het gesprek? De kans bestaat dat de tegenpartij je salariseis niet accepteert. Hoe reageer je dan? Houd in je achterhoofd dat het gesprek alle kanten kan opgaan, wees je hiervan bewust, zodat je niet voor verrassingen komt te staan en niet meer weet wat je moet zeggen. Belangrijk is wel dat je je salariseis kunt onderbouwen. Weet wat je waard bent.
Je loonstrookje geven
Je huidige loonstrookje geven? Niet slim. Soms wordt een salarisstrook gevraagd om te checken wat jouw daadwerkelijke inkomen is. Een bedrijf heeft dat recht, maar je hoeft hier niet mee akkoord te gaan. Jij hebt namelijk ook het recht om te weigeren. Je wilt beoordeeld worden op je kwaliteiten, en niet op je vorige salaris. En zeg nou zelf: jij vraagt toch ook niet aan de persoon tegenover je wat zijn of haar salaris is? Nou. Dat dus.
Interessant? Bewaar de afbeelding hieronder op één van je borden op Pinterest!